Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
2 april 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en hasj, alsook voor voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De feiten dateren van 23 april 2013, toen de verdachte op een woonwagenkamp in Geldrop werd aangetroffen met een hoeveelheid hennep en hasj, evenals diverse voorwerpen en stoffen die bestemd waren voor de productie van amfetamine. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld op basis van de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal. Het middel dat klaagde over de motivering van het onder 1 bewezenverklaarde faalde, terwijl het middel dat betrekking had op de motivering van het onder 2 bewezenverklaarde gegrond werd verklaard. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 ten laste gelegde en de strafoplegging. De zaak is teruggeworpen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van het bestaande hoger beroep. De uitspraak van de Hoge Raad vond plaats op 2 april 2019.