Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
13 september 2016 en 21 november 2016;
12 januari 2018.
2.Het geding in cassatie
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
[de werkgever] thans nog de voor beoordeling van het ontslag op staande voet relevante feitelijkheden;
[de werknemer], de gevolgen voor hem van het ontslag daaronder begrepen. Partijen wordt gevraagd dit aspect van de zaak, ieder vanuit het eigen standpunt, nader te belichten.
de bedoeling dat dergelijke nieuwe stukken veertien dagen voorafgaand aan de behandeling in het bezit van hof en wederpartij zijn.
advocaat van de werkgever]: Ik had een ander soort zitting verwacht. Ik had meer vragen verwacht. Ik vraag om een mondelinge behandeling ten overstaan van de meervoudige kamer. Ik zou graag een aantal producties willen toelichten. Ik wil een uitwerking van het verweer dat het beroep op verrekening geen hout snijdt aan het hof presenteren. Dat zou ik willen onderbouwen aan de hand van door mij nader gedaan onderzoek.
advocaat van de werknemer]: Ik verzet mij tegen een nadere mondelinge behandeling.”
d.d. 12 oktober 2017 – niet in de gelegenheid gesteld en willen stellen het bovenstaande aan de orde te stellen en evenmin datgene aan de orde te stellen dat naar voren gebracht moet worden. Dat is ook de reden en aanleiding (…) om een mondelinge behandeling te vragen.”
de persoonlijke omstandigheden van [de werknemer] en het daaraan toe te kennen gewicht.
Die toelichting strekte ertoe, zo is door de advocaat van [de werkgever] verwoord in voormelde brief aan het hof van 1 december 2017:
4.Beslissing
22 februari 2019.