Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
wonende te [woonplaats],
2.Uitgangspunten en feiten
- i) Valerbosch heeft in 2011 een monumentaal pand in Amsterdam (hierna: het pand) te koop aangeboden. Haar belangen zijn daarbij behartigd door een makelaar.
- ii) [verweerder] is professioneel vastgoedondernemer. Hij heeft, vergezeld door anderen, in de periode van 25 tot en met 30 mei 2011 het pand meermalen bezichtigd. De makelaar was daarbij telkens namens Valerbosch aanwezig. Tijdens de bezichtigingen is onder andere over de staat van het pand gesproken.
- iii) Op 27 mei 2011 hebben Valerbosch en [verweerder] overeenstemming bereikt over een koopprijs van € 3.500.000,--.
- iv) Op 1 juni 2011 heeft de notaris van [verweerder] aan partijen een concept-koopakte toegestuurd. Hij heeft daarbij vermeld dat de ontbrekende gegevens wat hem betreft bij ondertekening van de overeenkomst met pen konden worden ingevuld. In deze overeenkomst is vermeld dat de levering op uiterlijk 1 augustus 2011 zal plaatsvinden. Verder is onder meer bepaald:
Artikel 9
- v) De makelaar heeft, eveneens op 1 juni 2011, per e-mail aan de notaris laten weten dat de toegezonden koopovereenkomst, op een aantal in die e-mail gespecificeerde punten na, akkoord is. Tot die punten behoort een tweetal opmerkingen over art. 9. Deze zien echter niet op de kwestie van het opnieuw onderheid zijn van het pand.
- vi) Bij e-mailbericht van 7 juni 2011 heeft de makelaar aan de notaris en [verweerder] meegedeeld dat hij de overeenkomst namens de verkoper zal tekenen, en daartoe schriftelijk zal worden gevolmachtigd. Op diezelfde datum heeft de notaris een gewijzigde versie van de conceptakte naar partijen gemaild. In het mailbericht is vermeld:
- vii) Op 8 juni 2011 heeft de makelaar in art. 9 van de koopovereenkomst op de stippellijn “p.m.” ingevuld, de koopovereenkomst ondertekend en teruggestuurd. In de dagen daarna heeft [verweerder] de door de makelaar ingevulde en getekende koopovereenkomst ondertekend.
- viii) De overeengekomen levering uiterlijk per 1 augustus 2011 heeft niet plaatsgevonden. [verweerder] deelde mee niet aan levering te willen meewerken, omdat het pand niet opnieuw onderheid was met palen.
- ix) Op 5 oktober 2011 is het pand door Valerbosch alsnog aan [verweerder] geleverd tegen betaling van de overeengekomen koopsom van € 3.500.000,--. Valerbosch heeft ten gunste van [verweerder] een bankgarantie van € 200.000,-- gesteld tot zekerheid van door [verweerder] te maken (onderzoeks)kosten voor het aanbrengen van nieuwe palen.
- x) [verweerder] heeft met instemming van Valerbosch funderingsonderzoek laten verrichten. In het daarvan opgemaakte rapport is onder meer vermeld dat de fundering waarschijnlijk van de oorspronkelijke oprichting in 1672 dateert en dus 340 jaar oud is.
- xi) De kosten van algeheel funderingsherstel zijn begroot op € 259.421,01 inclusief btw.
3.Verdere beoordeling van het middel
4.Beslissing
- vernietigt de arresten van het gerechtshof Amsterdam van 19 april 2016 en 6 februari 2018;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Valerbosch begroot op € 6.754,75 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
13 december 2019.