Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te Rosmalen,
2.Uitgangspunten en feiten
de vorderingen’.
”
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 november 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft [eiseres] HOLDING B.V. cassatie ingesteld tegen Heijmans Infra B.V., als rechtsopvolgster van Heijmans Wegen B.V., na een arrest van het hof van 10 april 2018. De Hoge Raad behandelt de vraag of een vordering stil is verpand zonder dat deze expliciet in de pandakte is vermeld. De pandakte, gedateerd 31 december 2010, bevatte een verbintenis van de pandgever [A] om alle vorderingen te verpanden aan [eiseres]. Echter, de specifieke vorderingen van [A] op Heijmans waren niet opgenomen in de bijgevoegde lijst van de pandakte. De rechtbank had de vordering van [eiseres] toegewezen, maar het hof vernietigde dit vonnis en wees de vordering af, omdat de vorderingen niet op de lijst stonden en dus niet waren verpand. De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van de pandakte aan de hand van de Haviltex-maatstaf niet relevant is, omdat de pandakte zelf niet de benodigde gegevens bevatte om vast te stellen dat de vordering op Heijmans was verpand. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt de beslissing van het hof.