ECLI:NL:HR:2019:1782

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 november 2019
Publicatiedatum
14 november 2019
Zaaknummer
18/03847
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging pachtovereenkomst en schadevergoeding in cassatie

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 juli 2018. De zaak betreft de beëindiging van een pachtovereenkomst door de verpachter, Torcksveen Verwolde B.V., gevestigd te Laren, gemeente Lochem. Eiser vorderde schadevergoeding in reconventie, welke vordering voor het eerst in hoger beroep is ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de rechtbank Gelderland van 15 februari 2017 en eerdere arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eiser niet tot cassatie konden leiden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 15 november 2019 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/03847
Datum15 november 2019
ARREST
In de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser] ,
advocaat: mr. A.H.H. Conradi-Vermeulen,
tegen
TORCKSVEEN VERWOLDE B.V.,
gevestigd te Laren, gemeente Lochem,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Torcksveen,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 5135595 van de rechtbank Gelderland van 15 februari 2017 (verbeterd op 1 maart 2017);
b. de arresten in de zaak 200.213.371 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 januari 2018 en 10 juli 2018.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof van 10 juli 2018 beroep in cassatie ingesteld.
Torcksveen heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Torcksveen toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Torcksveen begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
15 november 2019.