In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. C.S.G. Janssens, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een geschil over een arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarbij eisers Generali, de rechtsopvolger van Generali Schadeverzekering Maatschappij N.V., beschuldigen van opzettelijke misleiding door het verzwijgen van werkzaamheden en inkomsten. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van eisers niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt eisers in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 25 oktober 2019 door de vicepresident en de raadsheren van de Hoge Raad.