ECLI:NL:HR:2019:1232
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Herstel van een eerder arrest inzake reis- en verletkosten in bestuursrechtelijke belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juli 2019 een herstelarrest gewezen in de zaak van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. Dit herstelarrest volgt op een eerder arrest van 21 juni 2019, waarin de Hoge Raad een oordeel had gegeven over de vergoeding van reis- en verletkosten in het kader van een belastingrechtelijke procedure. Belanghebbende verzocht om verbetering van het eerdere arrest, omdat hij meende dat de Hoge Raad abusievelijk de Inspecteur tot een onjuist bedrag had veroordeeld voor de reis- en verletkosten. De Hoge Raad heeft dit verzoek in overweging genomen en vastgesteld dat de eerdere bedragen inderdaad onjuist waren. In het herstelarrest zijn de bedragen voor de reis- en verletkosten gecorrigeerd. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op een vergoeding van € 68,40 aan reis- en verletkosten in beroep, en dat de Inspecteur veroordeeld wordt tot een bedrag van € 91,08 voor de kosten in hoger beroep, plus de overige proceskosten. Dit leidt tot een totaalbedrag van € 671,48 dat de Inspecteur dient te vergoeden. Het herstelarrest is openbaar uitgesproken en de verbeteringen zijn aangebracht op de minuut van het eerdere arrest.