Uitspraak
te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 4 juli 2017, nrs. 16/00483 tot en met 16/00488, 16/00497 tot en met 16/00502 en 16/01259, op het hoger beroep van zowel belanghebbende als de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 15/2787 tot en met 15/2790, 15/2792 en 15/2793), en op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 13/7067) betreffende aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting over de jaren 2008 tot en met 2013, en een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking als bedoeld in artikel 7, lid 2, letter b, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
,geen belang had mogen hechten aan (i) het feit dat de erkenningsdiensten niet primair zijn gericht tot de medisch specialisten in opleiding, en (ii) het feit dat de opleidingsinrichtingen aan wie de erkenningsdiensten worden verleend, niet primair onderwijsinstellingen zijn.