ECLI:NL:HR:2018:88

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2018
Publicatiedatum
24 januari 2018
Zaaknummer
16/01991
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag inzake ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit witwassen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Den Haag. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van drie geldbedragen, in totaal € 67.992,13. Het Hof had geoordeeld dat dit witwassen had geleid tot het verkrijgen van dit bedrag als wederrechtelijk voordeel. De Hoge Raad oordeelt echter dat de motivering van het Hof onvoldoende is. Het Hof baseerde zijn oordeel op de opvatting dat de contante opnames en overmakingen, die voorwerp waren van het bewezenverklaarde witwassen, reeds daardoor wederrechtelijk verkregen voordeel vormden. De Hoge Raad stelt vast dat deze opvatting niet juist is en dat er zonder nadere motivering niet begrijpelijk is dat de betrokkene daadwerkelijk dit bedrag aan wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. Deze uitspraak is van belang voor de beoordeling van de motivering bij schattingen van wederrechtelijk verkregen voordeel in ontnemingsprocedures.

Uitspraak

23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01991 P
AJ/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 29 maart 2016, nummer 22/001202-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft A.P. Stipdonk, advocaat te Leiden, een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van of uit de baten van het in de strafzaak bewezenverklaarde witwassen ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1.
Het Hof heeft het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 67.992,13 en heeft daartoe het volgende overwogen:
"Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep komt naar voren dat de veroordeelde uit het bewezen verklaarde handelen financieel voordeel heeft genoten.
Het hof stelt het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op grond van hetgeen in de strafzaak onder 3 bewezen is verklaard in samenhang met het door de Politie Hollands Midden opgestelde Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel [betrokkene], d.d. 10 september 2012, waarop tevens de vordering van het Openbaar Ministerie is gebaseerd.
Het hof neemt daarbij het volgende in aanmerking. De veroordeelde is veroordeeld voor het witwassen van
- onder andere - de volgende geldbedragen, welke ook zijn opgenomen in het bovengenoemde ontnemingsrapport:
- Geldbedragen van in totaal € 42.840,-, welke geldbedragen in de periode van 11 januari 2008 tot en met 7 maart 2008 contant zijn opgenomen van de (bank)rekening met rekeningnummer [001] (rekening [A] B.V.);
- geldbedragen van in totaal € 12.000,-, welke geldbedragen op 1 februari 2008 contant zijn opgenomen van de (giro)rekening met nummer [002] (rekening van Stichting Beheer Derdengelden [B]);
- geldbedragen van in totaal € 13.152,13, welke geldbedragen in de periode van 2 november 2007 tot en met 1 augustus 2008 werden overgemaakt van de (giro)rekening met nummer [002] (rekening Stichting Beheer Derdengelden [B]) of de (bank)rekening met nummer [004] (rekening [M] B.V.) naar de (bank)rekening ten name van Autoplanning.
Totaal komt het wederrechtelijk verkregen voordeel daarmee op een totaalbedrag van € 67.992,13.
Ten aanzien van de woning op het adres [adres] overweegt het hof dat deze bij arrest van dit gerechtshof van heden in de strafzaak van de veroordeelde verbeurd is verklaard. Om die reden laat het hof de waarde en de aanschafkosten van deze woning bij de berekening buiten beschouwing.
Ten aanzien van de overige onder 3 in de strafzaak bewezen verklaarde onderdelen, te weten een geldbedrag van € 23.206,19, twee auto's en een boot, overweegt het hof dat deze eveneens buiten beschouwing worden gelaten, nu dit gelet op het ontnemingsrapport en de daarop gebaseerde vordering van het Openbaar Ministerie, niet is gevorderd en het hof geen aanleiding ziet om op dit punt een ander standpunt in te nemen.
Gelet op het bovenstaande stelt het hof het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 67.992,13."
2.2.2.
In de met deze ontnemingsprocedure verband houdende strafzaak is voor zover hier van belang bewezenverklaard dat de betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van drie geldbedragen van in totaal € 67.992,13.
2.3.
In de hiervoor weergegeven overwegingen is door het Hof als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat dit witwassen ertoe heeft geleid dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen tot een geschat bedrag van € 67.992,13. Dit oordeel is kennelijk gebaseerd op de opvatting dat de contante opnames van onder meer de (giro)rekening Stichting Beheer Derdengelden [B] en overmakingen van die (giro)rekening naar de (bank)rekening [N] tot een bedrag van € 67.992,13, nu zij voorwerp waren van het bewezenverklaarde witwassen, reeds daardoor wederrechtelijk verkregen voordeel vormen. Die opvatting is niet juist (vgl. HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5217, NJ 2013/293). Zonder nadere motivering, die ontbreekt, is daarom niet begrijpelijk dat de betrokkene daadwerkelijk tot een bedrag van € 67.992,13 wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit het bewezenverklaarde witwassen.
2.4.
Het middel treft doel.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 januari 2018.