ECLI:NL:HR:2018:362

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 maart 2018
Publicatiedatum
15 maart 2018
Zaaknummer
17/03221
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kansspelbelasting en kwalificatie als binnenlands of buitenlands kansspel

In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 mei 2017, waarin het Hof oordeelde dat de heffing van kansspelbelasting in strijd is met het vrije verkeer van diensten binnen de Europese Unie. De zaak betreft de kwalificatie van kansspelen, specifiek internetpoker, en de plaats van vestiging van de houder van het kansspel. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet in stand kan blijven, en dat de heffing van kansspelbelasting moet voldoen aan de EU-regels omtrent het vrije verkeer van diensten. De proceskosten werden niet toegewezen. Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot en vier andere raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2018.

Uitspraak

16 maart 2018
nr. 17/03221
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 23 mei 2017, nr. 16/00019, op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 15/2405) betreffende het door belanghebbende op aangifte voldane bedrag aan kansspelbelasting. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1.Geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel, dat zich richt tegen het oordeel van het Hof dat de heffing van kansspelbelasting in strijd is met het vrije verkeer van diensten in de EU, slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 17/02691 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.
2.2.
Gelet op hetgeen hiervoor in 2.1 is overwogen, kan ’s Hofs uitspraak niet in stand blijven. Verwijzing moet volgen.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, en
verwijst het geding naar het Gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers‑van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2018.