Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Slotsom
4.Beslissing
2 oktober 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte was niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij geen schriftuur met grieven had ingediend tegen het vonnis van de rechtbank. De Hoge Raad heeft echter vastgesteld dat er aan de cassatieschriftuur een appelmemorie was gehecht, die niet bij de stukken was gevoegd. Dit document bevatte een 'geheugen verzend rapport' dat aantoont dat de grieven wel degelijk waren ingediend. De Hoge Raad oordeelt dat de overweging van het Hof dat de verdachte geen grieven had ingediend, niet begrijpelijk is. Hierdoor vernietigt de Hoge Raad de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, zodat het hoger beroep opnieuw kan worden behandeld. De uitspraak is gedaan op 2 oktober 2018.