Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) Op 5 december 2013 is overleden [betrokkene 1] (hierna: erflater). Erflater is gehuwd geweest met [betrokkene 2]. Uit dat huwelijk zijn in 1981 en 1983 geboren de dochters van erflater, [eiseressen] Het huwelijk is ontbonden door echtscheiding op 19 februari 1993. Sinds 1995 heeft erflater geen contact meer gehad met [eiseressen]
- ii) Erflater is nadien gehuwd met [betrokkene 3]. Dit tweede huwelijk is door echtscheiding ontbonden op 7 oktober 1999.
- iii) Erflater heeft een tweetal levensverzekeringen (hierna: de levensverzekeringen) afgesloten: een bij Avéro met ingang van 1 april 1996 en een bij Avéro Achmea met ingang van 1 december 1999. In de eerste polis zijn achtereenvolgens als begunstigden aangewezen: de verzekeringnemer, zijn echtgenote, zijn kinderen en zijn erfgenamen. In de tweede polis zijn achtereenvolgens als begunstigden van erflater aangewezen: zijn weduwe, zijn kinderen en zijn erfgenamen.
- iv) Vanaf 2000 tot aan zijn overlijden had erflater een affectieve relatie met [verweerster]. Hij woonde vanaf 15 april 2006 met [verweerster] samen en voerde vanaf dat moment een gemeenschappelijke huishouding met haar.
- v) Erflater heeft [verweerster] bij testament van 21 november 2006 tot zijn enige erfgename benoemd en zijn nakomelingen uitdrukkelijk onterfd. Voor het geval waarin erflater tegelijkertijd met of na [verweerster] zou komen te overlijden heeft hij de Stichting Koningin Wilhelmina Fonds tot erfgename benoemd.
- vi) Erflater heeft, toen hij ongeneeslijk ziek bleek, op 27 februari 2013 bij aanvullend testament bepaald dat hij, onder handhaving van het testament van 21 november 2006, dit aanvulde en wijzigde en dat de erfstelling luidde:
- vii) Zowel in het testament van 21 november 2006 als in het aanvullend testament van 27 februari 2013 is [verweerster] tot executeur benoemd.
- viii) [verweerster] is enig erfgenaam en heeft op 23 december 2013 de nalatenschap van erflater zuiver aanvaard.
De uitkeringen onder de levensverzekeringen zijn overgemaakt naar een derdenrekening van het kantoor van de advocaat van [eiseressen]
Het hof heeft terzake overwogen (rov. 3.4):
De feiten en bijzondere omstandigheden van dit geval dienen te worden meegewogen om tot een maatschappelijk oordeel te komen. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de uitgekeerde bedragen aan [eiseressen] toekomen. Het oordeel dat wie rechthebbende is op de uitkering enkel moet worden beoordeeld aan de hand van de polissen kan naar de mening van [verweerster] ook op die grond niet in stand blijven.
4.Beslissing
6 juli 2018.