ECLI:NL:HR:2017:899

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 mei 2017
Publicatiedatum
16 mei 2017
Zaaknummer
16/04578
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen van beklag na overlijden klager in cassatieprocedure

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Officier van Justitie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 26 juli 2016. Het betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dat was ingediend door een klager, geboren in 1930. De Hoge Raad heeft ambtshalve vastgesteld dat de klager op 11 maart 2017 is overleden, wat van invloed is op de verdere behandeling van het beklag.

De Hoge Raad overweegt dat de wet geen voorziening kent voor de verdere behandeling van een beklag na het overlijden van de klager. Dit betekent dat het beklag geacht moet worden te zijn vervallen. De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga had eerder geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zou moeten vernietigen en dat het beklag zou vervallen. De Hoge Raad volgt deze conclusie en vernietigt de beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant.

De beslissing van de Hoge Raad is op 16 mei 2017 genomen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

16 mei 2017
Strafkamer
nr. S 16/04578 B
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 26 juli 2016, nummer RK 15/418, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1930.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft bij aanvullende conclusie geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zal vernietigen en zal verstaan dat het beklag is vervallen.
2 Ambtshalve beoordeling van de bestreden beschikking
Blijkens een aan de Hoge Raad overgelegd, door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [...] gewaarmerkt afschrift van een akte van de burgerlijke stand van die gemeente is de klager op 11 maart 2017 aldaar overleden.
Nu de wet geen voorziening kent voor de verdere behandeling van een beklag overeenkomstig art. 552a Sv na overlijden van de klager, moet het beklag geacht worden door dat overlijden te zijn vervallen.

3.Slotsom

Uit het voorgaande vloeit voort dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verstaat dat het beklag is vervallen.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 mei 2017.