ECLI:NL:HR:2017:760

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
20 april 2017
Zaaknummer
16/04400
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot perceel door gebruikers en eigenaar; gebod tot verschaffen van toegang

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] c.s. tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam. Het hof had eerder op 21 juni 2016 een arrest gewezen in een kort geding dat was aangespannen door [eiser] c.s. tegen Chidda Vastgoed B.V. en Amstelimmo B.V. De kern van het geschil betrof de vraag of de gebruikers van een perceel (het ADM-terrein) verplicht konden worden om toegang te verlenen aan de eigenaar van dat perceel. De Hoge Raad oordeelde dat het gebod tot toegang voldoende bepaald was en dat de klachten van [eiser] c.s. niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad verwees naar artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad houdt in dat het beroep van [eiser] c.s. werd verworpen en dat zij in de kosten van het geding in cassatie werden veroordeeld, die aan de zijde van Chidda c.s. op nihil werden begroot.

Uitspraak

21 april 2017
Eerste Kamer
16/04400
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres 1],
EN 81 ANDEREN,
allen wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,
t e g e n
1. CHIDDA VASTGOED B.V.,
2. AMSTELIMMO B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en Chidda c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/13/588133/KG ZA 15-681 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2015;
b. het arrest in de zaak 200.175.488/01 KG van het gerechtshof Amsterdam van 21 juni 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Chidda c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 17 maart 2017 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Chidda c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 april 2017.