Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[appellant sub 2],
[appellant sub 3],
[appellant sub 4],
[appellant sub 5],
[appellant sub 6],
[appellant sub 7],
[appellant sub 8],
[appellante sub 9],
[appellante sub 10],
[appellante sub 11],
[appellante sub 12],
[appellant sub 13],
[appellant sub 14],
[appellant sub 15],
[appellant sub 16],
[appellant sub 17],
[appellant sub 18],
[appellant sub 19],
[appellant sub 20],
[appellant sub 21],
[appellante sub 22],
[appellant sub 23],
[appellante sub 24],
[appellant sub 25],
[appellante sub 26],
[appellante sub 27],
[appellante sub 28],
[appellant sub 29],
[appellant sub 30],
[appellante sub 31],
[appellant sub 32],
[appellant sub 33],
[appellant sub 34],
[appellant sub 35],
[appellant sub 36],
[appellant sub 37],
[appellant sub 38],
[appellant sub 39],
[appellant sub 40],
[appellante sub 41],
[appellant sub 42],
[appellante sub 43],
[appellant sub 44],
[appellant sub 45],
[appellant sub 46],
[appellante sub 47],
[appellante sub 48],
[appellante sub 49],
[appellant sub 50],
[appellante sub 51],
[appellante sub 52],
[appellant sub 53],
[appellant sub 54],
[appellante sub 55],
[appellante sub 56],
[appellant sub 57],
[appellant sub 58],
[appellant sub 59],
[appellant sub 60],
[appellant sub 61],
[appellante sub 62],
[appellant sub 63],
[appellant sub 64],
[appellante sub 65],
[appellant sub 66],
[appellant sub 67],
[appellant sub 68],
[appellante sub 69],
[appellante sub 70],
[appellante sub 71],
[appellante sub 72],
[appellant sub 73],
[appellante sub 74],
[appellant sub 75],
[appellant sub 76],
[appellante sub 77],
[appellant sub 78],
[appellante sub 79],
[appellant sub 80],
[appellant sub 81],
1.CHIDDA VASTGOED B.V.,
AMSTELIMMO B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
vrijeen
onbelemmerdetoegang van Chidda c.s. tot het ADM-terrein . De voorzieningenrechter is van oordeel dat Chidda c.s. toegang tot het terrein dien te krijgen om de plannen te kunnen uitwerken, maar dat vrije en onbelemmerde toegang van Chidda c.s. tot het ADM-terrein op de door haar gevorderde uren teveel ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers, die op het terrein wonen en werken. (…)
degrondslag vormt voor hun stelling dat [X] c.s. dwangsommen hebben verbeurd, omdat uit de inhoud daarvan ten minste moest dan wel kon worden afgeleid dat de bewoners op 29 oktober 2015 Chidda c.s. geen toegang zouden verlenen. Het hof volgt Chidda c.s. niet in dit betoog, omdat een dergelijk standpunt van [X] c.s. niet met voldoende zekerheid uit de inhoud van dat e-mailbericht valt af te leiden. Daarin wordt immers, kort gezegd, slechts een
verzoekgedaan door de bewoners om de uitkomst van de gerechtelijke procedure (bedoeld wordt kennelijk de onder 3.1 sub (xiii) bedoelde kort geding procedure) af te wachten waar het gaat om het uitvoeren van werkzaamheden op het terrein en wordt voorts gesteld dat als kan worden uitgelegd dat die werkzaamheden veel haast hebben, de bewoners bereid zijn tot overleg en tot het daaraan in redelijkheid verbinden van conclusies. Hieraan kan geen afbreuk worden gedaan door de stelling van Chidda c.s. dat zij bij eerdere aangekondigde bezoeken door de bewoners enkele keren niet zijn toegelaten tot het terrein en zij hierdoor schade hebben geleden omdat de bedrijven die toen toegang wilden krijgen wel de door hen bij die gelegenheid gemaakte kosten in rekening hebben gebracht. Vast staat immers dat bij die eerdere gelegenheden het vonnis van 13 juli 2015 nog niet was betekend, zodat, gelet op het bepaalde in artikel 611a lid 3 Rv, toen geen dwangsommen konden worden verbeurd, terwijl dit nu – na de betekening van dit vonnis op 16 oktober 2015 – wel het geval was. Chidda c.s. hebben na het e-mailbericht van 25 oktober 2015 niettemin op geen enkele wijze nog contact gezocht met de bewoners, wat in deze omstandigheden op hun weg had gelegen omdat zij op die wijze zichzelf duidelijkheid hadden kunnen verschaffen omtrent de vraag of zij op 29 oktober 2015 al dan niet zouden worden toegelaten. Nu uit het e-mailbericht van 25 oktober 2015 niet zonder meer kan worden afgeleid dat Chidda c.s. op 29 oktober 2015 niet zouden worden toegelaten tot het terrein, Chidda c.s. vervolgens niet de gelegenheid hebben benut om bij de bewoners afdoende duidelijkheid daaromtrent te verkrijgen en Chidda c.s. zich ten slotte op 29 oktober 2015 niet bij het terrein hebben vervoegd om daar te worden toegelaten, is de conclusie dat [X] c.s. geen dwangsommen hebben verbeurd.
grief 2terecht is voorgesteld. Door het welslagen van deze grief behoeven de overige grieven geen bespreking meer.