Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beslissing
3 januari 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 januari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981, was eerder meermalen veroordeeld voor rijden onder invloed. Het Gerechtshof had in zijn uitspraak verwezen naar een Uittreksel Justitiële Documentatie, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld en strafbeschikkingen had ontvangen voor vergelijkbare feiten. De verdachte stelde dat de strafmotivering onjuist was, omdat volgens hem een onherroepelijke strafbeschikking niet gelijkgesteld kon worden met een onherroepelijke veroordeling door de strafrechter. De Hoge Raad oordeelde echter dat deze opvatting onjuist was. De Hoge Raad bevestigde dat in het kader van de strafmotivering een onherroepelijke strafbeschikking wel degelijk kan worden meegenomen en gelijkgesteld kan worden aan een veroordeling. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef. Dit arrest benadrukt de mogelijkheid om strafbeschikkingen mee te wegen in de strafmotivering, wat van belang is voor de rechtspraktijk en de beoordeling van recidive.