Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
11 april 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 26 juli 2016, met nummer RK 15/728. Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en heeft de Hoge Raad verzocht om een beslissing te nemen over verwijzing of terugwijzing.
De Hoge Raad heeft de motivering van de gegrondverklaring van het klaagschrift beoordeeld. Het middel klaagt dat de Rechtbank bij de beoordeling van het belang van strafvordering zich heeft voorgelaten op de mogelijke uitkomst van een nog te voeren procedure in de hoofdzaak. De Hoge Raad heeft de gronden van de Advocaat-Generaal gevolgd en geoordeeld dat het middel terecht is voorgesteld.
De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze beslissing is genomen op 11 april 2017, waarbij de beschikking is gegeven door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.