ECLI:NL:HR:2017:452

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 maart 2017
Publicatiedatum
16 maart 2017
Zaaknummer
16/03520
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over gemeentelijke heffingen en precario

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 maart 2017 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 31 mei 2016. Het Gerechtshof had eerder een uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Rechtbank Noord-Nederland, die betrekking had op de aan belanghebbende opgelegde aanslag gemeentelijke heffingen voor het jaar 2014, specifiek de heffing 'precario'.

Belanghebbende heeft in cassatie een aantal middelen voorgesteld, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad wijst erop dat, volgens artikel 81, lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de voorgestelde middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden een verweerschrift ingediend, maar dit werd door de Hoge Raad niet in overweging genomen, omdat het na de gestelde termijn was ingediend. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

17 maart 2017
Nr. 16/03520
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 31 mei 2016, nr. 15/00419, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 14/1870) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag gemeentelijke heffingen (‘precario’).

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden heeft een verweerschrift ingediend. Nu dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.