Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 12 Zeehavenpolitie, nummer PL17L0 2010060444-1, d.d. 23 februari 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (1002221230.A01, p. 151 e.v.):
als de op 22 februari 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Ik ben namens de benadeelden [A] B.V. en [B] Gmbh gerechtigd tot het doen van aangifte.
Het feit werd op 20 februari 2010 in Rotterdam gepleegd.
Ik ben Managing Director in dienst van [D] , ook bekend als [E] B.V. te Rotterdam. [A] verzorgt de inklaring en afhandeling van zeecontainers, onder andere hier in de haven van Rotterdam.
Op 17 februari 2010 zijn 46 containers van [E] , met daarin goederen bestemd voor [B] GMBH in Duitsland, op het terrein van de ECT Delta terminal opgeslagen. Vijf containers moesten eerder naar Duitsland worden gebracht met de vervoerder [F] BV. Met [F] BV was afgesproken dat zij de vijf containers op zouden halen, op zondag 21 februari 2010 in de namiddag. Toen zondagmiddag de chauffeurs van [F] BV arriveerden op de terminal van ECT Delta hoorden zij dat op zaterdag 20 februari 2010 reeds drie containers opgehaald waren. De op zaterdag 20 februari 2010 opgehaalde containers hebben de volgende nummers met de tijdstippen waarop zij zijn vrijgegeven en werden meegenomen:
- [...] container [0001] werd vrijgegeven om 10:34 uur en vertrok om 11:42 uur van het ECT terrein. De betrokken trekker heeft kenteken [AA-00-AA] en de chauffeur legitimeerde zich als [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2] ) in dienst van [G] te 's-Gravendeel.
- [...] container [0002] werd vrijgegeven om 10:38 uur en vertrok om 12:24 uur van het ECT terrein. De betrokken trekker heeft kenteken [BB-00-BB] en de chauffeur legitimeerde zich als [verdachte] in dienst van [H] te Oudenbosch (het hof begrijpt: de verdachte [verdachte] ).
- [...] container [0003] werd vrijgegeven om 10:41 uur en vertrok om 14:29 uur van het ECT terrein. De chauffeur was de eerder genoemde [verdachte] met de eerder genoemde trekker die voor de tweede maal kwam om een container te halen.
In de weggenomen containers zaten elektronische goederen van het merk Nintendo. Volgens de paklijst zaten er in de weggenomen containers spelcomputers van Nintendo.
[A] heeft aan niemand toestemming of opdracht gegeven de genoemde containers met de genoemde inhoud weg te nemen op zaterdag 20 februari 2012 van de ECT Delta Terminal .
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Een proces-verbaal van aangifte van de politie Rotterdam-Rijnmond, District 12 Zeehavenpolitie, nummer PL17L0 2010060444-8, d.d. 3 maart 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (1003030928.A02, p. 211 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
Ik ben namens de benadeelde [B] Gmbh gerechtigd tot het doen van aangifte.
In de haven van Rotterdam werd een schip met containers van [E] met daarin goederen, die voor [B] Gmbh bestemd waren, gelost aan de ECT Delta Terminal te Rotterdam-Maasvlakte en de containers werden op ditzelfde terrein opgeslagen.
Vijf containers zouden op zondag 21 februari 2010 worden opgehaald om te worden vervoerd naar ons adres in Duitsland. Zoals al bleek uit de aangifte, gedaan door [E] , zijn door middel van frauduleuze handelingen op zaterdag 20 februari 2010 drie van deze vijf containers vanaf de ECT Delta Terminal weggenomen.
[B] Gmbh heeft niemand opdracht of toestemming gegeven om de genoemde drie containers weg te nemen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
3. Een proces-verbaal van ambtshandeling van de politie Rotterdam-Rijnmond, Opsporing Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, documentcode 1005141005.AMB, d.d. 14 mei 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 207):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Het opsporingsonderzoek richt zich op: de diefstal van 3 containers inhoudende Nintendo spelcomputers ter waarde van ongeveer 4 miljoen euro, gepleegd op 20 februari 2010 vanaf het terrein van de ECT Delta terminal gevestigd te Rotterdam.
4. Een proces-verbaal verhoor verdachte [betrokkene 2] van de politie Rotterdam-Rijnmond, Opsporing Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, documentcode 1003010921.V03, d.d. 25 maart 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 387 e.v.):
als de op 1 maart 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
V: Je wordt verdacht van diefstal van containers, gepleegd op zaterdag 20 februari 2010. Wat kun je hierover verklaren?
A: De eigenaar van de wagens, genaamd [betrokkene 4] , vroeg of ik op zaterdag kon werken. Het werk was een container er even uit te halen.
[verdachte] en ik hadden op zaterdag om 06:15 uur, bij de Mac Donalds aan de Malledijk te Spijkenisse, afgesproken. Daar zouden drie chassis klaar staan, die wij achter onze vrachtwagen konden koppelen. Vervolgens zouden we dan naar de ECT Delta gaan om de containers af te halen. De drie chassis stonden er niet. [verdachte] heeft vervolgens contact opgenomen met diegene die de chassis daar zou neerzetten. We hebben toen gewacht. Toen er twee chassis waren aangekoppeld zijn we vertrokken naar de ECT Maasvlakte op de Delta.
De referenties van de containers bleken niet te kloppen. Van de blaadjes die in de envelop van [verdachte] zaten, gaf hij mij er ook één. Hierop stond een locatie met de opmerking: 'zet de container bij ons bedrijf neer, koppel hem af en zet er een Kingpinslot op'. Ik hoorde van [verdachte] dat we afkoppelden bij [M] in de Botlek.
[verdachte] had meerdere malen contact gehad met degene die hem de opdracht had gegeven. Hij gaf aan dat de referenties niet klopten, dat we het niet voor elkaar kregen met de container uithalen.
We kregen een telefoontje dat de uithaal-referentienummers het containernummer was. Ik had mijn container er vrij snel vandaan. [verdachte] moest wachten, dus zei hij dat ik alvast naar die parkeerplaats toe kon. Daar kon ik afkoppelen en vervolgens naar huis. [verdachte] zei dat hij wel het bedrijf zou bellen dat ze de container konden afhalen. Ik reed vervolgens naar de parkeerplaats bij [M] . Daar heb ik op de parkeerplaats afgekoppeld en [verdachte] gebeld. Ik vroeg hem voor de zekerheid nog even of er geen Kingpinslot op moest. Ik vond het link om een geladen container zomaar ergens weg te zetten. Hij zei: "Nee, ik ga ze bellen en dat wordt allemaal geregeld."
Ik ben in loondienst van [verdachte] . Het bedrijf waar ik voor werk, valt onder [C] . Dat is gewoon [C] .
V: [verdachte] heeft elke keer telefonisch contact gehad met de persoon of de rederij die de vrijstellingen voor de containers geregeld heeft?
A: Ja, via SMS. De eerste keer heeft hij volgens mij telefonisch contact gehad en de tweede en derde keer heeft hij het via SMS geregeld.
5.a. Een zaaksproces-verbaal Spel van de politie Rotterdam-Rijnmond, Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, d.d. 15 juni 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 126):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Bij navraag bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie bleek dat op naam van [betrokkene 2] een GSM abonnement stond geregistreerd, te weten 06- [...] .
Op vorenstaand telefoonnummer werd een spoedtap aangevraagd.
5.b. Een geschrift, zijnde uitgaande gesprekgegevens d.d. 25 februari 2010 om 15:58:21 met documentnummer 1002251558.T05. Dit geschrift onder meer in - zakelijk weergegeven - (p. 349):
Inhoud: [...] (sh) [...] (sh).
[betrokkene 2] zegt: oh ja, nog wel grappig, "ze" zijn nu ook bij mijn baas langs geweest. Hij mocht mee naar het bureau om een paar vragen te beantwoorden.
[betrokkene 2] zegt dat zijn baas (het hof begrijpt: de verdachte) denkt dat het met die container van zaterdag te maken heeft. [betrokkene 2] zegt dat hij dat ding moest afkoppelen, bij " [M] ". Nou spookt er door mijn kop heen, ze zullen hem daar toch niet gejat hebben of weet ik veel. [betrokkene 2] had tegen 'hem' (het hof begrijpt: de verdachte) gezegd, moet ik er geen Kingpinslot op doen, toen had "hij" gezegd: nee, nee dat hoeft niet want ik ga "ze" gelijk bellen en dan halen "ze" ze zo dalijk op. [betrokkene 5] zegt: ja vreemd.
6. Een proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] van de politie Rotterdam-Rijnmond, Opsporing Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, documentcode 1003010900.V02 d.d. 1 maart 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 372 e.v.):
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik heb een eigen bedrijf genaamd [C] . Sinds kort werkt [betrokkene 2] voor mij.
Ik rijd op een rode Scania, met kenteken [BB-00-BB] . Ik huur de auto's van [betrokkene 4] .
Op zaterdag 20 februari 2010 moesten we drie chassis ophalen in Spijkenisse aan de Malledijk. We hebben toen twee chassis aangekoppeld en zijn toen naar de ECT Delta Terminal gereden. De containers werden uiteindelijk om 11:00 uur vrijgegeven. [betrokkene 2] heeft toen één container meegenomen en ik heb er één meegenomen. Ik ben later teruggekomen om de tweede op te halen. Ik ben iets later dan 12:20 uur met mijn eerste container het bedrijfsterrein afgereden. Ik ben toen naar [M] gereden. Daar is een chassisparkeerplaats. Toen ik daar kwam, zag ik dat de container van [betrokkene 2] er nog stond. Ik heb mijn eerste chassis met container naast die van [betrokkene 2] gezet en ben toen teruggereden naar Spijkenisse om een derde chassis op te halen. Daar heb ik dat derde chassis, op dezelfde plek als waar de andere twee stonden, aangekoppeld. Daarna ben ik weer naar de ECT Delta gereden. Ik kon toen met de container het terrein verlaten. Daarna ben ik weer naar [M] gereden. Daar heb ik het chassis met container afgekoppeld. We hebben de chassis niet op slot gezet.
Het bedrijf zou 750 euro verdienen, 250 euro per container.
V: Van wie kreeg jij het geld?
A: Ik heb die middag met een man, ik denk [betrokkene 6] , in café [L] (het hof begrijpt: contant) afgerekend.
V: Kun je die man omschrijven?
A: Al zou ik over hem struikelen, dan nog zou ik hem niet meer herkennen.
7.a. Een proces-verbaal ambtshandeling van de politie Rotterdam-Rijnmond, Opsporing Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, documentcode 1003081600.AMB d.d. 12 april 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -, (p. 385):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Daags na het verhoor van [verdachte] werd aan het politiebureau een envelop afgegeven, inhoudende, een factuur van [C] , gericht aan [betrokkene 6] . Deze factuur is onder nummer 1003081600.D01 bij dit proces-verbaal gevoegd.
7.b. Een geschrift, zijnde een kopie van een factuur van [C] met documentcode 1003081600.D01, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 386):
ING Bank: [0004]
[J]
t.a.v. [betrokkene 6]
[a-straat 1]
[...] Rotterdam
Rotterdam, 20 februari 2010
Factuur nr. 118
Hierbij belasten wij u rekening voor het uithalen van 3 containers bij de Ect Delta zoals de afspraak chassis aankoppelen op u opgegeven locatie in Spijkenisse en afkoppelen bij [M] en de kingpen slot bevestigen.
Voor de prijs van € 750,00
Betalen binnen 14 dagen
(Handgeschreven is er vermeld: voldaan 200210 (het hof begrijpt: 20 februari 2010), onleesbare handtekening).
8.a. Een geschrift met documentcode 1004191315.D01, te weten de als bijlage bij het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 19 april 2010 met documentcode 1004191315.V02 gevoegde kopie van een e-mailbericht, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 535):
Fwd: containertransport
Van: [J] ( [J] @gmail.com)
Verzonden: vrijdag 19 februari 2010 13:57:57
Aan: [verdachte] ( [C] @live.nl)
------ Doorgestuurd bericht -------
Van: [betrokkene 6] @mail.com
Datum: 19 februari 2010 12:57
Onderwerp: containertransport
Aan: [J] @gmail.com
Opdracht 2010322
Rotterdam 19-02-2010
Hiermede geven wij u de opdracht om zaterdag 20-02-2010 een container te vervoeren van Delta terminal naar ons bedrijf aan de Waalhaven-NZ te Rotterdam.
De chassis aankoppelen Waalhaven-NZ
Het betreft:
CONTAINERNUMMER: [0001]
De chassis afkoppelen bij ons bedrijf aan de Waalhaven-NZ.
8.b. Een geschrift met documentcode 1004191315.D03, te weten de als bijlage bij het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 19 april 2010 met documentcode 1004191315.V02 gevoegde kopie van een e-mailbericht, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 540):
Fwd: containertransport
Van: [J] ( [J] @gmail.com)
Verzonden: vrijdag 19 februari 2010 14:01:49
Aan: [verdachte] ( [C] @live.nl)
------ Doorgestuurd bericht -------
Van: [betrokkene 6] @mail.com
Datum: 19 februari 2010 12:59
Onderwerp: containertransport
Aan: [J] @gmail.com
Opdracht 2010323
Rotterdam 19-02-2010
Hiermede geven wij u de opdracht om zaterdag 20-02-2010 een container te vervoeren van Delta terminal naar ons bedrijf aan de Waalhaven-NZ te Rotterdam.
De chassis aankoppelen Waalhaven-NZ
Het betreft:
CONTAINERNUMMER: [0003]
De chassis afkoppelen bij ons bedrijf aan de Waalhaven-NZ.
9. Een proces-verbaal ambtshandeling van de politie Rotterdam-Rijnmond, Opsporing Zeehavenpolitie, nummer 2010060444, documentcode 1002261615.AMB d.d. 26 februari 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 341 e.v.):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
[betrokkene 4] zou een transportorder hebben ontvangen van het bedrijf [J] . Uit onderzoek op internet blijkt dat slechts één bedrijf aan deze omschrijving voldoet, te weten [J] , gevestigd aan de [a-straat 1] te Rotterdam.
Wij stelden een onderzoek in bij het bedrijf [J] . Door de verdachte [betrokkene 4] was verklaard dat hij van [betrokkene 6] van [J] BV opdracht had gehad om de drie containers op te halen bij de Ect . In het pand van [J] BV spraken wij met de getuige [betrokkene 7] , die verklaarde als hoofd planning te werken bij [K] en dat [J] BV een zusteronderneming was. Wij vroegen of bij het bedrijf [J] BV een man met de naam [betrokkene 6] werkzaam was. Getuige [betrokkene 7] verklaarde dat er geen man werkte met de naam [betrokkene 6] .
Wij vroegen of [J] BV opdracht heeft gegeven tot het ophalen en vervoeren van een drietal containers met de nummers [0001] , [0002] en [0003] . Getuige [betrokkene 7] verklaarde dat het bedrijf [J] BV geen opdracht had gegeven daarvoor en dat de nummers van de containers niet bij hun in het systeem voorkwamen. Voorts verklaarde hij dat als het op zaterdag was geweest hij dit wel had geweten, omdat men in principe alleen van maandag tot en met vrijdag containers ophaalt en vervoert. Wij vroegen of de getuige [betrokkene 7] bekend was met het bedrijf van [betrokkene 4] uit Oudenbosch. Hij verklaarde dat dit bedrijf totaal onbekend was en dat [J] BV nog nimmer zaken heeft gedaan met dat bedrijf."