ECLI:NL:HR:2017:3049

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 december 2017
Publicatiedatum
30 november 2017
Zaaknummer
17/02750
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over aanslag dagtoeristenbelasting gemeente Waterland

In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op 2 mei 2017 was gewezen in hoger beroep van een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de aan [X] B.V. opgelegde aanslag in de dagtoeristenbelasting voor het jaar 2013 door de gemeente Waterland. De belanghebbende heeft een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend. De zaak is toegelicht door de advocaten mrs. A.E.H. van der Voort Maarschalk en P.A. Fruytier, beiden werkzaam in Amsterdam.

De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Wat betreft de proceskosten heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 1 december 2017 door de vice-president R.J. Koopman, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

1 december 2017
Nr. 17/02750
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 2 mei 2017, nr. 16/00236, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 15/725) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de dagtoeristenbelasting van de gemeente Waterland.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mrs. A.E.H. van der Voort Maarschalk en P.A. Fruytier, advocaten te Amsterdam.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2017.