ECLI:NL:HR:2017:1221

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
5 juli 2017
Zaaknummer
15/03584
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam inzake oplichting van een verzekeraar door middel van valse aangifte van diefstal

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van oplichting van de verzekeringsmaatschappij [A] door middel van een valse aangifte van diefstal van een Apple MacBook. De bewezenverklaring van de oplichting was gebaseerd op de stelling dat de verdachte de verzekeraar had bewogen tot de afgifte van 999 euro door een valse schadeclaim in te dienen. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet was onderbouwd, omdat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat de verdachte daadwerkelijk de verzekeringsmaatschappij had bewogen tot afgifte van het geld. De Hoge Raad verwees naar eerdere jurisprudentie waarin werd benadrukt dat voor oplichting daadwerkelijke afgifte vereist is, en niet alleen het in dwaling brengen van de verzekeraar. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen van oplichting.

Uitspraak

4 juli 2017
Strafkamer
nr. S 15/03584
LBS/SA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2015, nummer 23/003996-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep - dat blijkens de daarvan opgemaakte akten niet is gericht tegen de beslissing van het Hof tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [A] - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
Namens de verdachte heeft R. van Leusden, advocaat te Amsterdam, daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat het bewezenverklaarde niet naar de eis der wet met redenen is omkleed, aangezien uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte in de "periode van 21 augustus 2011 tot en met 26 september 2011" de verzekeringsmaatschappij [A] heeft bewogen tot de afgifte van 999 euro.
2.2.1.
Overeenkomstig de tenlastelegging heeft het Hof ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"zij in de periode van 21 augustus 2011 tot en met 26 september 2011 te Amsterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen, de verzekeringsmaatschappij [A] heeft bewogen tot de afgifte van 999 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk valselijk en bedrieglijk opgegeven een Apple MacBook als zijnde gestolen bij woninginbraak en vervolgens die MacBook als schade gedeclareerd, waardoor voornoemde [A] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 22 augustus 2011, inhoudende (dossierpagina's 1 en 2):
Op zondag 21 augustus 2011 kwam ik ter plaatse van het misdrijf te [a-straat 1] , Amsterdam, bij een persoon die mij opgaf te zijn:
Achternaam: [achternaam betrokkene 1]
Voornamen: [voornamen betrokkene 1]
Hij deed aangifte terzake poging tot inbraak namens de benadeelde:
Achternaam: [achternaam verdachte]
Voornamen: [voornamen verdachte]
2. Een op ambtsbelofte opgemaakt aanvullend proces-verbaal van aangifte van 21 september 2011, inhoudende (dossierpagina's 8 en 9):
Aangever
Naam: [achternaam betrokkene 1]
Voornamen: [voornamen betrokkene 1]
Hij deed aanvullend aangifte middels per post ingestuurde goederenlijst terzake inbraak woning namens zichzelf en de benadeelde:
Naam: [achternaam verdachte]
Voornamen: [voornamen verdachte]
En verklaarde het volgende
Soort: Laptop
Merk: Apple
Type: MacBook
Kleur: wit
Serienummer:
Bijzonderheden: Intel core duo 2.4 GHZ
3. Een schriftelijk bescheid, zijnde een aangifte van [A] van 16 maart 2012 (dossierpagina's 16, 17, 18 en 19), inhoudende:
Polisnummer: [001]
Schadenummer: [002]
Verzekeringnemer: [verdachte]
Geboren: in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966
Adres: [a-straat 1]
Woonplaats: [woonplaats]
Onder voornoemd polisnummer staat te name van verzekeringnemer [verdachte] met ingang van 27 maart 1991 een inboedelverzekering geregistreerd bij [A] .
Op 26 september 2011 ontving [A] , via tussenpersoon [betrokkene 2] , een schademelding van verzekeringnemer [verdachte] inhoudende een diefstal schadeclaim ten gevolge van een inbraak in perceel [a-straat 1] , [woonplaats] .
Bij onderdeel 4 "gegevens beschadigde en/of vermiste voorwerpen" op dit schadeaangifte formulier wordt verwezen naar bijgevoegd politierapport.
De inbraak zou hebben plaatsgevonden in de periode 21 augustus 2011 tussen 00.01 en 02.00 uur.
Middels de aanvullende aangifte d.d. 21 september 2011 blijkt dat middels de eerder bedoelde inbraak van 21 augustus 2011 een groot aantal goederen meer ontvreemd werden uit de woning van [verdachte] .
Ter vaststelling van het juiste schadebedrag werd door [A] op 12 oktober 2011 aan het expertisebureau CED BrandVaria BV uit Capelle aan den IJssel de opdracht gegeven onderzoek te doen en de schade vast te stellen.
Tijdens het expertise-onderzoek sprak de expert onder meer op 13 oktober 2011 met verzekeringnemer [verdachte] . Zij stelde aan de expert kopieën van aankoopnota's ter hand, waarmee zij het voormalig bezit van de ontvreemde goederen aantoonde.
Uit het expertise-rapport blijkt verder dat verzekerde, [verdachte] mondeling akkoord ging met het door de expert vastgestelde schadebedrag.
Een kopie van het expertiserapport, alsmede de door [verdachte] overgelegde kopieën van de aankoopnota's zijn als bijlage 3, 4.1 t/m 4.16 hierbij gevoegd.
Op basis van de schadevaststelling door de expert en overeenkomstig de polisvoorwaarden (de maximeringen van de schadevergoeding en het eigen risico) werd op 31 januari 2012 aan verzekerde [verdachte] een bedrag van € 5.513,00 overgemaakt als schadevergoeding voor de geleden diefstalschade.
Op basis van de in dit dossier bevindende aankoopnota's, waarvan kopieën door [verdachte] aan de expert ter beschikking waren gesteld werd na-der onderzoek gedaan. Het onderzoek richtte zich op de aankoopnota van iCentre met betrekking tot de geclaimde Apple MacBook Intel Core 2 Duo 2,4 GHZ computer.
Aankoopnota van iCentre (bijlage 4.6)
Op 29 februari 2012 werd door een medewerker van de afdeling Speciale Zaken van [A] telefonisch navraag gedaan bij iCentre te Amstelveen. Op basis van het factuurnummer en de datum werd bekend, dat op 8 januari 2011 de door verzekeringnemer [verdachte] geclaimde Apple MacBook was gekocht door:
- [betrokkene 3] .
Door iCentre Amstelveen werd ten behoeve van ons onderzoek een kopie van de originele nota ter beschikking gesteld. Deze nota is als bijlage 7 hierbij gevoegd.
Op woensdag 7 maart 2012, omstreeks 16.10 uur, spraken wij, aangevers, met [betrokkene 3] in Duivendrecht. Wij toonden haar een kopie van de aankoopnota van iCentre met haar naam er op.
[betrokkene 3] herkende de nota en deelde ons mede, dat zij inderdaad de MacBook in januari 2011 had gekocht als verjaardagscadeau voor hun dochter. Hun dochter zou deze MacBook nog steeds gebruiken en regelmatig meenemen naar school.
Op woensdag 7 maart 2012 omstreeks 16.30 uur deelde [betrokkene 3] telefonisch aan een medewerker van de afdeling Speciale Zaken van [A] mede, dat de Apple MacBook, waarover wij met haar 20 minuten daarvoor hadden gesproken, nog gewoon in het bezit is van, haar dochter en dat er niets met deze MacBook aan de hand is.
4. Een schriftelijk bescheid, zijnde een expertiserapport van 2 december 2011 (dossierpagina's 36, 38, 40), inhoudende:
Verzekeringnemer: [verdachte]
SCHADEVASTSTELLING
Na overleg met verzekerde hebben wij de schade als volgt vastgesteld:
Audio, video en computer
Apple MacBook wit - 999,00
AKKOORD
Verzekerde is mondeling met het vastgestelde schadebedrag akkoord gegaan.
AANTOONBAARHEID
Verzekerde heeft het bezit van de ontvreemde eigendommen aangetoond met aankoopnota’s, gebruiksaanwijzingen en contracten.
5. Een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 april 2012 (dossierpagina 70), inhoudende:
Op 5 april 2012 stelde ik een onderzoek in naar getuige [betrokkene 3] welke wordt genoemd in de aangifte welke is gedaan door verzekeringsmaatschappij [A] .
Uit de Gemeentelijk Basisadministratie blijkt het te gaan om de volgende persoon:
[betrokkene 4] .
6. Een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van verhoor van de getuige [betrokkene 4] van 15 april 2012 (dossierpagina's 70, 71 en 75), inhoudende:
V: Ik heb u uitgenodigd om een verklaring af te leggen over de MacBook die u op 8 januari 2011 heeft aangeschaft. Door verzekeringmaatschappij [A] is er contact met u opgenomen. Wat is er in dit gesprek besproken?
A: Ja dat klopt. Er is eigenlijk niet zoveel besproken. Ze wilden kijken of de laptop nog in ons bezit was. Het was eigenlijk een heel kort gesprek.
V: Heeft u de MacBook nog in uw bezit?
A: Ja.
V: Heeft u de aankoopbon hier nog van?
A: Ja.
V: Waar heeft u de MacBook gekocht?
A: In de Apple winkel in Amstelveen.
V: Was dit op 8 januari 2011?
A: Ja.
V: Ik toon u nu de aankoopbon van de MacBook. Herkent u deze?
A: Ja, maar ik zie dat de naam van mijn dochter niet op de aankoopbon staat. Het gaat allemaal op naam.
7. Een op ambtsbelofte en ambtseed opgemaakt proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 12 mei 2012 (dossierpagina 90), inhoudende:
V: Volgens de aangifte zijn er twee laptops en twee computers weggenomen.
A: Ja, vier computers in totaal waarvan twee laptops.
8. Een schriftelijk bescheid, zijnde een niet op naam gestelde factuur van iCentre van 8 januari 2011
(bijlage 4.6 bij de aangifte van [A] ) (dossierpagina 46):
(...)
9. Een schriftelijk bescheid, zijnde een op naam van de getuige [betrokkene 3] gestelde factuur van iCentre van 8 januari 2011 (bijlage 7 bij de aangifte van [A] ) (dossierpagina 61):
(...)"
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Standpunt verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, omdat hetgeen haar wordt verweten niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Hij heeft hiertoe - verkort samengevat - het volgende aangevoerd.
De verdachte verzamelde haar aankoopbonnen in een schoenendoos. De neef, die de verdachte hielp met het invullen van de lijst met gestolen goederen, noemde de onderscheidenlijke aankoopbonnen stuk voor stuk op, aangezien de schrijf- en leesvaardigheid van de verdachte onvoldoende is. De verdachte gaf vervolgens aan of het goed gerelateerd aan de door hem genoemde aankoopbon al dan niet was gestolen. De neef vroeg bij het zien van de aankoopbon van het betreffende Apple MacBook of de verdachte een "Apple" had die mogelijk was gestolen. De verdachte had verscheidene Apple apparaten (en computers) en bevestigde dat er een Apple-product van haar gestolen was, niet bedoelende het betreffende Apple MacBook. Bij het invullen van de lijst met gestolen goederen was er dus reeds sprake van een misverstand.
Toen een medewerker van [A] langskwam om de schade vast te stellen, heeft de verdachte hem de hele schoenendoos met aankoopbonnen overhandigd. Voornoemde medewerker heeft de verdachte uitdrukkelijk meegedeeld dat kopiebonnen niet in behandeling zouden worden genomen. De verdachte ging er daarom vanuit dat de kopiebonnen in de schoenendoos niet gebruikt zouden worden en heeft daar verder niet te lang bij stilgestaan, omdat zij wist dat er reeds genoeg originele bonnen in de schoenendoos zaten om tot het maximaal uit te keren bedrag te komen. De verdachte had derhalve geen opzet de verzekeraar te bewegen of uit te lokken tot afgifte van enig goed met de (kopie) aankoopbon van het Apple MacBook, nog daargelaten dat de verzekeraar met een kopiebon (formeel) nergens toe kon worden bewogen. Voorts zou de "beweging" tot uitkeren hoe dan ook hebben plaatsgevonden, aangezien de verdachte genoeg originele bonnen had overhandigd om tot uitkering van het maximaal te vergoeden bedrag te komen. Het was voor de verdachte derhalve volstrekt onnodig om te sjoemelen met aankoopbonnen.
Achteraf is duidelijk geworden hoe de aankoopbon van de MacBook bij de verdachte in de schoenendoos terecht is gekomen. [betrokkene 5], een vriend van de zoon van de verdachte, was bevriend met [betrokkene 3] : de eigenaresse van het Apple MacBook. Het Apple MacBook van [betrokkene 3] is door [betrokkene 5] getaxeerd bij de ex-man van de verdachte. Zodoende is er een kopie van de betreffende aankoopbon terecht gekomen bij de familie. Waarschijnlijk heeft de verdachte de aankoopbon in de schoenendoos gelegd en is zij er niet bewust van geworden wat voor bon het was, dan wel nam zij aan dat deze bon hoorde bij een van de computers van haar kinderen. Aldus steeds de raadsman.
Beoordeling
Het hof verwerpt de verweren van de raadsman en overweegt daartoe als volgt.
De aanvullende aangifte van 21 september 2011, waarbij een goederenlijst van gestolen goederen is meegestuurd, is in samenspraak met de verdachte opgemaakt door haar neef. Op deze goederenlijst staat genoemd een Apple MacBook (laptop) met witte kleur en als bijzonderheid dat het een Intel core duo 2.4Ghz betreft.
De verdachte heeft vervolgens op 26 september 2011 bij de verzekeraar een schade-aangifte formulier ingediend met een verwijzing naar het politierapport in verband met de gegevens van de beschadigde en/of vermiste voorwerpen. Naar aanleiding hiervan is op 13 oktober 2011 een schade-expert bij de verdachte langsgekomen om de schade vast te stellen. De verzekeraar heeft in de aangifte verklaard dat tijdens het expertise-onderzoek de expert heeft gesproken met de verdachte. De verdachte heeft blijkens het rapport van de schade-expert het bezit van ontvreemde eigendommen aangetoond met aankoopnota's, gebruiksaanwijzingen en contracten (aangifte verzekeraar, dossierpagina 17 en rapport van expertise dossierpagina 40). Tevens heeft de verzekeraar in de aangifte verklaard dat de verdachte aan de expert kopieën ter hand stelde, waarmee zij het voormalig bezit van de ontvreemde goederen aantoonde (dossierpagina 17). In overleg met de verdachte is vervolgens de schade ten aanzien van het Apple MacBook (wit) vastgesteld op € 999,00 (expertiserapport, dossierpagina 38). Dat de verdachte een schoenendoos met aankoopnota's aan de schade-expert zou hebben overhandigd, dan wel dat slechts originele aankoopfacturen konden worden overgelegd, volgt uit voorgaande geenszins.
Uit onderzoek is komen vast te staan dat de door de verdachte aan de schade-expert overgelegde aankoopbon van het Apple MacBook (bijlage 4.6 bij de aangifte van de verzekeraar, dossierpagina 46) was vervalst. Op basis van het factuurnummer en de datum werd bekend dat op 8 januari 2011 het betreffende Apple MacBook was gekocht door de getuige [betrokkene 3] (aangifte verzekeraar, dossierpagina 19). Op de originele aankoopbon stonden ook de n.a.w.-gegevens van de getuige [betrokkene 3] , die op de door de verdachte overgelegde aankoopnota waren weggeretoucheerd (bijlage 7, aangifte verzekeraar, dossierpagina. 61). De getuige [betrokkene 3] heeft verklaard de aankoopnota te herkennen en verder heeft zij het betreffende Apple MacBook nog in haar bezit (verklaring getuige [betrokkene 3] , dossierpagina's 70 en 71).
Het hof volgt niet de lezing van de raadsman over de gang van zaken betreffende de route die de aankoopnota zou hebben gevolgd. Die lezing geeft hooguit antwoord op de vraag hoe de aankoopnota in het bezit van de verdachte is gekomen, maar verklaart in het geheel niet hoe het kan dat er een aankoopnota door de verdachte aan de schade-expert is overhandigd ter zake een door haar aangegeven gestolen voorwerp, waarbij de originele n.a.w.-gegevens zijn weggeretoucheerd en waarbij in overleg met de verdachte op grond van deze overgelegde nota de schade is vastgesteld.
Naar het oordeel van het hof volgt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat de verdachte, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, met een valse aangifte, een valse schadeclaim en een vervalste kopiefactuur de verzekeraar heeft bewogen over te gaan tot uitkering van een bedrag van tenminste € 999, terwijl zij daar in het geheel geen recht op had. Van enig misverstand ter zake een ander gestolen Apple product is overigens niet gebleken. De verdachte heeft immers, op de opmerking van de verbalisanten dat volgens de aangifte twee laptops en twee computers zijn weggenomen, geantwoord: "ja vier computers in totaal, waarvan twee laptops." (verklaring verdachte, dossierpagina 90)."
2.3.1.
Voor oplichting is blijkens art. 326, eerste lid, Sr vereist dat iemand door een oplichtingsmiddel wordt "bewogen" tot de in die bepaling bedoelde handelingen. Van het in het bestanddeel "beweegt" tot uitdrukking gebrachte causaal verband is sprake als voldoende aannemelijk is dat het slachtoffer mede onder invloed van de door het desbetreffende oplichtingsmiddel in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken is overgegaan tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld als bedoeld in art. 326, eerste lid, Sr. (Vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892, NJ 2017/158).
2.3.2.
Aangezien de bewezenverklaring, voor zover behelzende dat de verdachte in de "periode van 21 augustus 2011 tot en met 26 september 2011" de verzekeringsmaatschappij [A] heeft bewogen tot de afgifte van 999 euro, niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid, is de bestreden uitspraak in zoverre niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Niet de toegebrachte schade noch het enkele in dwaling brengen met het doel van benadeling is voldoende voor voltooiing van de oplichting. Daarvoor is daadwerkelijke afgifte nodig.
2.4.
Voor zover het middel hierover klaagt, is het terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak - voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen - niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak - voor zover aan zijn oordeel onderworpen -;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is vastgesteld op 27 juni 2017 en gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 juli 2017.