Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 3 en 7 september 2020 en 5 oktober 2020 heeft de raadsman van de verdachte daar het woord gevoerd overeenkomstig de pleitnota die aan het proces-verbaal is gehecht. Deze pleitnota houdt onder meer in:
“9.1 WITWASSEN € 34.107,50 (VERBOUWING [b-straat 1] )
(...)
KASOPSTELLING EN VERWIJZING NAAR SFO
150. Afgelopen weekend heb ik de gehele vrijdagavond, zaterdag en zondag besteed aan het doornemen van het SFO dat afgelopen vrijdag om 16:30 uiteindelijk aan mij is overhandigd.
151. Het rijkt te ver om nu een allesomvattend en tot op de euro uitgewerkte weerlegging op de kasopstelling (pagina 22 dossier SFO) te geven. Ik overhandig u wel een uitdraai, zodat ik precies kan aanwijzen waar sowieso uit blijkt dat ook hier weer de fantasie van het overijverige onderzoeksteam op hol is geslagen.
152. Erger nog: de rechtbank gaat er in mee, zonder eigen onderzoek en de rechtbank baseert haar bewezenverklaring erop. Dat, geachte leden van het hof, is onbegrijpelijk! Ik leg het u uit:
153. De rechtbank neemt bij dit feit (en overigens geldt dat ook voor de bewezenverklaring van andere feiten zoals Thailand en de criminele organisatie) op pagina 13 van het vonnis de volgende stelling in: “De rechtbank stelt tevens vast dat uit het ingestelde Strafrechtelijk Financieel Onderzoek (SFO) blijkt dat verdachte in de periode van 1 januari 2003 tot en met 19 januari 2010 weliswaar de beschikking had over een legaal contant bedrag van € 132.138,53 (ongeveer € 20.000,00 per jaar), maar dat zijn contante uitgaven in die periode meer dan één miljoen euro bedroegen.” De rechtbank stelt het vast, dus geeft een oordeel en maakt het tot feit waarop zij vervolgens haar oordeel tot bewezenverklaring baseert.
154. De rechtbank verwijst naar de pagina die ik u zojuist overhandigde: de kasopstelling.
[e-straat] (feit 9, zesde gedachtestreepje)
155. Welnu, ik zal die eens met u willen doornemen. Ik zie al direct een probleem: de beweerdelijke uitgave van € 17.920,00 onder de noemer [e-straat] . We zullen straks dit feit zelf nog doornemen, maar de rechtbank heeft cliënt vrijgesproken van dat feit: zie pagina 19 van het vonnis: dit was geen witwassen! Hoe kan de rechtbank dan de juistheid van het schema beamen als dit in dat schema tot de contante uitgaven wordt geteld???
Beginvermogen/DNB
156. Het beginvermogen dan: dat is volgens het schema € 9.579,81. Dat bedrag bestaat uit € 3.000,00 die cliënt volgens aangifte IB op 31 december 2002 in bezit had en een bedrag ad € 6.579,81. Dat laatste bedrag betrof de waarde van de guldens die cliënt had teruggevonden na een verhuizing en die hij in 2008 omwisselde bij de Nederlandse Bank (DNB). Goed ik kan nog begrijpen dat men dit bij het beginvermogen telt (hij wist niet meer dat hij het had, maar had het kennelijk wel). Maar volstrekt ONBEGRIJPELIJK is het dat in het schema ditzelfde bedrag onder de post DNB bank nu als contante uitgave is opgenomen. De rechtbank vindt het kennelijk goed: volgens haar klopt het schema, want zij haalt haar bewijs eruit.
Huur [b-straat ]
157. In het schema is ook onder de noemer Huren [b-straat ] een bedrag van € 13.000,00 opgenomen als contante uitgave. Dat is raar, want geenszins is vastgesteld dat dit een uitgave van cliënt was. Het onderzoeksteam denkt dat die huur niet echt is en dat cliënt dat gestort heeft om ‘wit te wassen’ maar geenszins staat dit vast.
158. Nog sterker: dit feit is door de rechtbank nog helemaal niet beoordeeld, want maakt deel uit van de afgesplitste zaak die nog altijd voor moet komen en waarin ik al 6 jaren aan het wachten ben tot ik eindelijk de huurder [betrokkene 6] mag horen!!!! De rechtbank wees het verzoek hiertoe al in december 2014 toe, maar de getuige is nog altijd niet gehoord. Hoe dan ook: er is geen plaats voor dit bedrag in de kolom contante uitgaven, maar de rechtbank heeft dat niet opgemerkt.
Huurinkomsten aan verkeerde kant vergelijking
159. Het valt sowieso wel op dat alle huurinkomsten aan de verkeerde kant van het schema staan. Enkel omdat het onderzoeksteam denkt dat het (omdat contant betaald) geen huurinkomsten waren wordt een bedrag ad € 72.338,15 zomaar als contante uitgave aangemerkt in plaats van contante inkomsten. Sowieso was het legale (niet per se contante) inkomen van cliënt vele malen hoger, want ook de wel legale huurinkomsten zijn niet onder het inkomen geteld.
Verbouwing [c-straat ]
160. Er staat onder de noemer verbouwing [c-straat ] zomaar een bedrag ad € 356.507,75 genoemd. Dat is nogal wat! Dat is een derde van de totale beweerde contante uitgave! Laten we dat eens nader bekijken dan:
161. Ik overhandig u pagina 23 van het SFO dossier Bouwkosten [c-straat ] . We zien een schema: onderaan prijkt het bedrag ad € 356.507,75. Hoe komen ze hierop? Welnu, uit het schema blijkt dat men een getaxeerde waarde voor de twee appartementen aanneemt van 667.460 (617.460 + 50.000). Die waarde is volstrekt onbegrijpelijk! In 2008 bleek de WOZ waarde van de twee appartementen inclusief de grond eronder € 364.000 (208.000 + 156.000) te zijn. Ik haal dat uit de belastinggegevens van cliënt.
162. Dat is dus een verschil van € 303.460,00. Op die manier is de berekening van ruim 356.000 contant uitgave ineens verklaarbaar, maar niet aannemelijk! Het onderzoekteam rekent behoorlijk creatief en komt op berekeningen door zelf maar wat beginwaardes te bepalen en vervolgens te gaan rekenen. Maar die beginwaardes zijn volstrekt onlogisch en daarmee kan de berekening ook niet kloppen! De rechtbank heeft er geen aandacht voor willen hebben: zij heeft dit schema tot feit gebombardeerd!
Eindvermogen
163. Zo zijn er nog vele andere vreemde zaken op te merken aan het schema. Zonder uitputtend te willen en kunnen zijn wil ik bijvoorbeeld nog wijzen op het feit dat het eindvermogen van cliënt in het schema op 59.532,74 wordt gesteld. Een nadere bestudering leert dat de aangetroffen 57.660 euro (kom ik later nog op terug, is onderdeel 9 5e gedachtestreepje) onderdeel daarvan is. HOEZO is dat dan een contante uitgave? Dat is het niet: dat maakt een vertekend beeld.
Nibud
164. Ook de Nibud berekening (komt zomaar op € 75.996,24) wordt zonder pardon als contante uitgave aangemerkt: nog los van alles wat hierover te zeggen valt inhoudelijk, kan het natuurlijk nooit zo zijn dat de rechtbank dit zomaar als feit accepteert en als bewijs gebruikt.
Contante uitgaven
165. Indien ik de hele map contante uitgave doorneem, zie ik dat daar ook veel facturen bijzitten die voor [B] waren. Natuurlijk heeft cliënt vaak zaken afgerekend en dan later weer uit de kas van [B] gehaald: zo gaat dat. Zijn dat dan contante uitgaven die cliënt gedaan heeft? Natuurlijk niet! Dat is broekzak-vestzak, zoals we dat noemen.
166. Cliënt dient vanwege het ontbreken van zelfs maar een begin van bewijs te worden vrijgesproken van dit onderdeel.”