Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 mei 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een poging tot moord, waarbij de verdachte met een vuurwapen naar het bedrijf is gegaan waar het slachtoffer werkzaam was. De verdachte heeft het slachtoffer gevraagd naar zijn identiteit en heeft, zodra het slachtoffer zich bekend maakte, onmiddellijk het vuurwapen gepakt en drie keer op hem geschoten. De schoten volgden direct op elkaar. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de verdachte behandeld, dat was ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 juni 2015. De advocaat van de verdachte, B.P. de Boer, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 24 mei 2016 verworpen, en het arrest is uitgesproken door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.