ECLI:NL:HR:2016:610

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 april 2016
Publicatiedatum
8 april 2016
Zaaknummer
15/05494
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring en misbruik van recht door schuldeisers in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 15/05494. De zaak betreft een faillietverklaring en de vraag of er sprake is van misbruik van recht door schuldeisers. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder die van 26 september 2014 en 26 juni 2015, en behandelt de klachten die door de verzoeker zijn ingediend. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 19 november 2015 is gewezen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de verzoeker niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt daarmee het arrest van het hof.

Uitspraak

8 april 2016
Eerste Kamer
15/05494
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] .

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/01/270910/FT RK 13/1817 met faillissementsnummer C/01/15/573 F van de rechtbank Oost-Brabant van 1 september 2015;
b. het arrest in de zaak 200.176.413/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 november 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 10 februari 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
8 april 2016.