Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 23 december 2014, nrs. 13/00350 tot en met 13/00357, 13/00359, 13/00360, 13/00362 tot en met 13/00365, 13/00405, 13/00417, 13/00418, 13/00420, 13/00421 en 13/00427, gewezen op het hoger beroep van belanghebbende tegen uitspraken van de Rechtbank Oost-Nederland (nrs. AWB 08/3105 en 12/982, respectievelijk nrs. 11/5507 tot en met 11/5521) betreffende over de jaren 1995 tot en met 2004 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (hierna: IB / PVV), over de jaren 1998 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting (hierna: VB), voor de jaren 2006 en 2007 opgelegde aanslagen IB / PVV, de in die navorderingsaanslagen begrepen verhogingen respectievelijk de bij die navorderingsaanslagen en aanslagen gegeven boetebeschikkingen en de in verband met die navorderingsaanslagen en aanslagen genomen beschikkingen inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.