ECLI:NL:HR:2015:3617

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
14/05096
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van TomTom International B.V. en TomTom N.V. tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door TomTom International B.V. en TomTom N.V. tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, evenals het gezag van gewijsde zoals vastgelegd in artikel 236 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder die van 9 december 2011, en stelt vast dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Rechtsvordering, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft het beroep van TomTom c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 1.991,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer G. de Groot, en de zaak is behandeld door een vijfkoppige kamer onder leiding van vice-president F.B. Bakels. De uitspraak is een bevestiging van de eerdere beslissingen in de feitelijke instanties, waarbij de Hoge Raad de argumenten van TomTom c.s. niet heeft kunnen honoreren.

Uitspraak

18 december 2015
Eerste Kamer
14/05096
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. TOMTOM INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. TOMTOM N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. S.F. Sagel,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.A.J.G. Janssen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als TomTom c.s. en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 1177449 CV EXPL 10-28763 van de kantonrechter te Amsterdam van 5 oktober 2012 en 26 oktober 2012;
b. het arrest in de zaak 200.117.502/01 van het gerechtshof Amsterdam van 1 juli 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben TomTom c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor TomTom c.s. mede door mr. L.J. Burgman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt TomTom c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.991,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
18 december 2015.