ECLI:NL:HR:2015:1824

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
14/06009
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Wet werk en bijstand

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gewezen op 21 oktober 2014. De Centrale Raad had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep over een besluit van de gemeente Borger-Odoorn, dat betrekking had op de Wet werk en bijstand. De belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, hebben verschillende klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. Het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in lijn met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat klachten niet hoeven te worden gemotiveerd als ze niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is uitgesproken op 10 juli 2015 door vice-president R.J. Koopman, samen met raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in aanwezigheid van waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

10 juli 2015
Nr. 14/06009
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1]te
[Z]en
[X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 21 oktober 2014, nrs. 13/4504 WWB en 13/4505 WWB, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Nederland (nr. ASS 13/143) betreffende een besluit ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Geding in cassatie

Belanghebbenden hebben tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger‑Odoorn heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben de zaak doen toelichten door mr. J.W. Brouwer, advocaat te Assen.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2015.