ECLI:NL:HR:2013:BZ6609
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wijziging partneralimentatie met terugwerkende kracht en om verlenging alimentatieplicht
In deze zaak heeft de vrouw, wonende te [woonplaats], een verzoek tot cassatie ingediend tegen de beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 15 maart 2012. Dit verzoek betreft een wijziging van de partneralimentatie met terugwerkende kracht en een verlenging van de alimentatieplicht, zoals geregeld in artikel 1:157 en 401 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank Arnhem had eerder op 18 april 2011 een beschikking gegeven in de onderliggende zaak. De man, wonende te [woonplaats], is niet verschenen in de cassatieprocedure en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft in zijn conclusie tot verwerping van het cassatierekest geadviseerd. De advocaat van de vrouw heeft hierop gereageerd met een brief op 12 april 2013. De Hoge Raad heeft het geding in feitelijke instanties en het geding in cassatie beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 14 juni 2013.