ECLI:NL:HR:2012:BX8454
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak en strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1979 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Flevoland', had beroep in cassatie ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof. De advocaat van de verdachte, mr. P.H.L.M. Souren, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarvan enkele later zijn ingetrokken. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om vermindering van de straf.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit was het gevolg van de te late indiening van de stukken door het Hof. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er meer dan zestien maanden zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat leidt tot de conclusie dat de opgelegde gevangenisstraf van zes jaren verminderd moet worden. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel met betrekking tot de duur van de gevangenisstraf, en deze vastgesteld op vijf jaren en zes maanden.
De Hoge Raad heeft verder geoordeeld dat de overige middelen van cassatie niet tot vernietiging kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien deze middelen niet relevant zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en N. Jörg, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.