ECLI:NL:HR:2012:BX7895
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- G. de Groot
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen in verband met overdrachtsbelasting na inbreng van onroerende zaken in een commanditaire vennootschap
In deze zaak gaat het om de vernietiging van naheffingsaanslagen in de overdrachtsbelasting en de daarbij opgelegde boetebeschikkingen. De belanghebbenden, X1, X2, X3 en X4, hebben onroerende zaken ingebracht in een commanditaire vennootschap (CV) terwijl er al plannen waren voor de verkoop aan een derde. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd door de Inspecteur naar aanleiding van de verkrijgingen op 30 december 1999. Na bezwaar zijn deze aanslagen door de Rechtbank te Haarlem gehandhaafd, maar de Rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbenden gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd.
De belanghebbenden hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. Hierna hebben de belanghebbenden cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de vrijstelling van artikel 15, lid 1, aanhef en letter e, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) van toepassing is. De Hoge Raad oordeelt dat de inbreng van de onroerende zaken aan de CV niet belet wordt door het feit dat er al een verkoop aan een derde was gepland.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de proceskosten en het griffierecht. Tevens worden de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen vernietigd. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en de Inspecteur in de kosten van het geding voor het Hof. Dit arrest is gewezen op 30 november 2012.