2.2.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 30 maart 2010.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Toen ik op 15 juni 2007 in Amsterdam de moskee uitliep, reden [betrokkene 1] en [betrokkene 2] weg in een auto. Mijn broer [betrokkene 3] stond voor die auto. Ik stapte bij [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in de auto. We reden naar hun buurt in Amsterdam, waar we uitstapten. Mijn broer [betrokkene 3] kwam aanrennen. Buiten de auto ontstond een vechtpartij. [Betrokkene 2] wilde [betrokkene 1] helpen, toen heb ik [betrokkene 2] een klap gegeven.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 29 januari 2009.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ben bij [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in de auto gaan zitten. Toen we in de auto zaten heb ik gezegd dat hij niet zo moest kijken. [Betrokkene 1] stapte de auto uit. Ik ben toen ook uitgestapt. Ik heb [betrokkene 2] een stoot gegeven. [Betrokkene 3] was met [betrokkene 1] aan het matten.
3. De verklaring van de getuige [betrokkene 1], afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 29 januari 2009.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 15 juni 2007 ben ik een rondje gaan rijden in de auto van [betrokkene 2]. Ineens stapte [betrokkene 3] voor onze auto, [verdachte] kwam er toen ook bij. Ze bedreigden ons. [Verdachte] is bij ons in de auto gestapt. [Verdachte] zei tegen [betrokkene 2] dat hij moest gaan rijden. We moesten ergens stoppen van hem. [Verdachte] stapte uit en pakte de nek van [betrokkene 2] beet. Hij moest in de auto blijven. Ik stapte ook uit. Ineens werd ik van achteren geslagen.
De persoon die mij sloeg was [betrokkene 3]. [Betrokkene 3] sloeg mij een paar keer. [Verdachte] zei: 'Je gaat zien naar wie je zo stoer kijkt.' Ik werd op de grond gegooid door een vriend van hen. Ik kreeg trappen op mijn hoofd en raakte buiten bewustzijn. [Betrokkene 3] gaf mij die trappen, dat weet ik zeker.
4. De verklaring van de getuige [betrokkene 2], afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 29 januari 2009.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik had een nieuwe auto. Op 15 juni 2007 reed [betrokkene 1] met me mee. Ineens stapte [betrokkene 3] op de weg. [verdachte] stapte de auto in en zei tegen [betrokkene 1]: 'Waarom kijk je zo vies naar me?'. We zijn gestopt. [Betrokkene 3] en twee anderen kwamen op [betrokkene 1] afrennen. Ik zat achter het stuur en wilde uitstappen, maar [verdachte] wilde dat niet. Hij probeerde me tegen te houden. Ik zag wel dat [betrokkene 1] werd geslagen en getrapt.
5. De verklaring van de getuige [betrokkene 4], afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 30 oktober 2008.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 15 juni 2007 waren we naar de moskee gegaan. Er kwamen twee jongens binnen. Een van hen was [betrokkene 1]. [Verdachte] is bij hen (het hof begrijpt: [betrokkene 1] en een andere jongen) in de auto gestapt. [Betrokkene 3], [betrokkene 5] en ik zijn achter de auto aangerend. Ik zag dat [betrokkene 1] uit de auto stapte en gaf hem een klap. Daarop volgde een gevecht tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1].
6. Een proces-verbaal met nummer 2007167174-2 van 21 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 13 en 14).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 21 juni 2007 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2]:
Vrijdag 15 juni 2007 stapte [betrokkene 1] bij mij in de auto. Ik reed weg en direct sprong [betrokkene 3] voor mijn auto. Ik stopte en toen kwam direct ook [verdachte] aanrennen. [Verdachte] stapte in achter mij. [Verdachte] zei tegen mij: 'Rij rechtdoor voordat ik je op je hoofd sla.' [Verdachte] zei toen 'links af' en 'weer links'. Ik moest stoppen op de kruising van Lohuis en Zilverberg (het hof begrijpt: te Amsterdam). [Betrokkene 3] kwam aanrennen samen met een kale Turk die 'smurf' wordt genoemd. [Betrokkene 1] stapte uit en gelijk renden smurf en [betrokkene 3] op hem af. Ik zag dat 'smurf' en [betrokkene 3] [betrokkene 1] aanvielen. Ik wilde uitstappen om [betrokkene 1] te helpen maar [verdachte], die uitgestapt was, pakte me bij mijn hoofd vast. [Verdachte] zei tegen mij: 'Je moet je niet bemoeien ga niet stoer doen.' Ik ben toch uitgestapt en [verdachte] probeerde me tegen te houden. Ik zag dat [betrokkene 1] op zijn rug op de grond lag en dat 'smurf' en [betrokkene 3] tegen zijn hoofd en buik trapten. [Verdachte] kwam er ook aan en bukte over [betrokkene 1]. Ik pakte [verdachte] vast en trok hem weg bij [betrokkene 1]. Op dat moment kreeg ik een stoot in mijn gezicht van [verdachte]. Ik wilde [betrokkene 3] wegtrekken maar [verdachte] trok mij weg. Ondertussen bleef 'smurf' [betrokkene 1] slaan en schoppen."