ECLI:NL:HR:2011:BT7201

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03840
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.C. van Oven
  • W.D.H. Asser
  • C.E. Drion
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van dagvaarding en verstekverlening in cassatieprocedure

In deze zaak heeft [eiser] op 19 juli 2011 aan Achmea aangezegd dat hij cassatie instelt tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 april 2011. Achmea werd gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad op 19 augustus 2011. Echter, op deze datum vond er geen zitting plaats. Op 16 augustus 2011 heeft [eiser] een herstelexploot uitgebracht, waarin hij Achmea opnieuw opriep om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad op 2 september 2011. Achmea is op deze datum niet verschenen, waarna [eiser] verzocht om verstekverlening. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verlening van het gevraagde verstek.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het herstelexploot van 16 augustus 2011 geldig was. Artikel 125 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat toe dat binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot kan worden uitgebracht. Dit geldt zowel voor gevallen waarin de dagvaarding niet tijdig is ingediend als voor gevallen waarin gedagvaard is tegen een dag waarop de rechter geen zitting houdt. De Hoge Raad oordeelde dat een redelijke wetstoepassing meebrengt dat herstel ook mogelijk is door middel van een herstelexploot dat vóór de oorspronkelijk aangezegde, onmogelijke, verschijndag is uitgebracht.

De Hoge Raad heeft uiteindelijk het verzoek om verstekverlening toegewezen en het gevraagde verstek tegen Achmea verleend. Dit arrest is uitgesproken op 11 november 2011 door de raadsheren J.C. van Oven, W.D.H. Asser en C.E. Drion.

Uitspraak

11 november 2011
Eerste Kamer
Nr. 11/03840
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E.J.W.F. Deen,
t e g e n
ACHMEA PERSONEEL B.V., rechtsopvolgster van Interpolis Mens & Werk Bedrijfszorg N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Achmea.
1. Het geding in cassatie
[Eiser] heeft bij exploot van 19 juli 2011 aan Achmea aangezegd dat hij cassatie instelt tegen het arrest met zaaknummer HD 200.015.268 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 april 2011, en Achmea gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van vrijdag 19 augustus 2011. Op 16 augustus 2011 heeft [eiser] een herstelexploot doen uitbrengen waarin hij Achmea heeft opgeroepen te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad van 2 september 2011.
Achmea is ter zitting van de Hoge Raad van 2 september 2011 niet verschenen. [Eiser] heeft verzocht verstek tegen Achmea te verlenen.
De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft schriftelijk geconcludeerd tot verlening van het gevraagde verstek.
2. Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
2.1 [Eiser] heeft bij exploot van 19 juli 2011 Achmea aangezegd dat hij beroep in cassatie instelt tegen het arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 april 2011, gewezen tussen [eiser] als geïntimeerde en Achmea als appellant en Achmea gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de eerste enkelvoudige kamer van de Hoge Raad van 19 augustus 2011. Op die dag heeft de Hoge Raad geen zitting gehouden.
2.2 Op 16 augustus 2011 heeft [eiser] een herstelexploot doen uitbrengen waarin hij Achmea heeft aangezegd dat in het exploot van dagvaarding van 19 juli 2011 een verschijndag is vermeld die geen zittingsdag is en Achmea opnieuw heeft opgeroepen om te verschijnen ter zitting van de eerste enkelvoudige kamer van de Hoge Raad van vrijdag 2 september 2011. Laatstbedoeld exploot is, samen met het exploot van 19 juli 2011, tijdig ter griffie ingediend en ingeschreven op de rol van de eerste enkelvoudige kamer van 2 september 2011.
2.3 Art. 125 lid 4 Rv. laat toe dat binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot wordt uitgebracht waarin een nieuwe verschijndag wordt aangezegd. Aldus is herstel mogelijk, zowel in het geval dat de dagvaarding niet tijdig voor de aangezegde verschijndag ter griffie is ingediend als in het geval dat gedagvaard is tegen een dag waarop de rechter geen zitting houdt. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat in laatstbedoeld geval herstel ook mogelijk is door middel van een herstelexploot dat niet na maar, zoals in het onderhavige geval, voor de oorspronkelijk aangezegde, maar onmogelijke, verschijndag is uitgebracht.
2.4 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het herstelexploot van 16 augustus 2011 een geldig herstelexploot is zodat het verzoek om verstekverlening voor toewijzing vatbaar is.
3. Beslissing
De Hoge Raad verleent het gevraagde verstek tegen Achmea.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.C. van Oven, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 11 november 2011.