ECLI:NL:HR:2011:BT7201
Hoge Raad
- Cassatie
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Herstel van dagvaarding en verstekverlening in cassatieprocedure
In deze zaak heeft [eiser] op 19 juli 2011 aan Achmea aangezegd dat hij cassatie instelt tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 april 2011. Achmea werd gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad op 19 augustus 2011. Echter, op deze datum vond er geen zitting plaats. Op 16 augustus 2011 heeft [eiser] een herstelexploot uitgebracht, waarin hij Achmea opnieuw opriep om te verschijnen ter zitting van de Hoge Raad op 2 september 2011. Achmea is op deze datum niet verschenen, waarna [eiser] verzocht om verstekverlening. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verlening van het gevraagde verstek.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het herstelexploot van 16 augustus 2011 geldig was. Artikel 125 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat toe dat binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot kan worden uitgebracht. Dit geldt zowel voor gevallen waarin de dagvaarding niet tijdig is ingediend als voor gevallen waarin gedagvaard is tegen een dag waarop de rechter geen zitting houdt. De Hoge Raad oordeelde dat een redelijke wetstoepassing meebrengt dat herstel ook mogelijk is door middel van een herstelexploot dat vóór de oorspronkelijk aangezegde, onmogelijke, verschijndag is uitgebracht.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk het verzoek om verstekverlening toegewezen en het gevraagde verstek tegen Achmea verleend. Dit arrest is uitgesproken op 11 november 2011 door de raadsheren J.C. van Oven, W.D.H. Asser en C.E. Drion.