ECLI:NL:HR:2011:BR3054
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Huur onbebouwde onroerende zaak en ontruimingsvordering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een ontruimingsvordering met betrekking tot een onbebouwde onroerende zaak. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de kantonrechter te 's-Gravenhage van 17 januari 2008 en een eerder arrest van het hof van 17 november 2009. De Gemeente Den Haag was de verweerder in cassatie en had geconcludeerd tot verwerping van het beroep van de eiser. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende middelen en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper, die ook tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.