ECLI:NL:HR:2011:BQ5227
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- G. Snijders
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over gedeeltelijke demping van een vijver en aansprakelijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een geschil betreffende de gedeeltelijke demping van een vijver. De eiser, vertegenwoordigd door mr. D.Th.J. van der Klei, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de feiten van de zaak waren behandeld. De verweerders, ONTWIKKELINGSCOMBINATIE TRESLONG C.V. en TRESLONG BEHEER B.V., werden bijgestaan door hun advocaat mr. P.J. de Groen. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak verwezen naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waaronder art. 5:37, 39, 44, 52, 53, 59 BW en art. 6:162 BW, en heeft de samenhang met een eerdere uitspraak van 2 september 2011 (09/04144) benadrukt.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot gevolgd, die had geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig om nadere motivering te geven, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn aangeduid als [eiser] en Treslong c.s.