ECLI:NL:HR:2011:BQ4182
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in cassatie wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 november 2010. Eiser heeft Megapro gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad op 18 maart 2011. Megapro is echter niet verschenen. Eiser heeft verzocht om verstek tegen Megapro te verlenen. Tijdens de zitting op 29 april 2011 is de zaak aangehouden om eiser de gelegenheid te geven om aan te geven of hij een beroep deed op de hardheidsclausule. De advocaat van eiser heeft hierop gereageerd met een brief van 11 mei 2011.
De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van eiser in zijn cassatieberoep, met veroordeling in de kosten. Eiser had bij dagvaarding van 28 februari 2011 het cassatieberoep ingesteld, maar heeft het verschuldigde griffierecht niet tijdig voldaan. De termijn voor betaling liep af op 15 april 2011, maar eiser heeft het griffierecht pas na deze datum voldaan. Dit leidt tot niet-ontvankelijkheid op grond van artikel 409a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep en heeft hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Megapro op nihil zijn begroot. Het arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 4 november 2011.