ECLI:NL:HR:2011:BQ2289

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00613
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van Walmaro B.V. tegen Nationale-Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. en anderen

In deze zaak heeft Walmaro B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof had op 29 september 2009 een arrest gewezen in een geschil tussen Walmaro en Nationale-Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. en andere verweerders. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 4 juli 2007. De advocaten van beide partijen hebben de zaak toegelicht, waarbij de advocaat van Walmaro heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Walmaro veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is openbaar uitgesproken op 8 juli 2011.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
10/00613
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WALMARO B.V.,
gevestigd te Heeze, gemeente Heeze-Leende,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
1. NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. CUNNINGHAM EUROPE B.V., (voorheen Cunningham & Lindsey B.V.),
gevestigd te Amsterdam,
4. [Verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Walmaro en NN c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 266917/HA ZA 06-1958 van de rechtbank 's-Gravenhage van 4 juli 2007;
b. het arrest in de zaak 105.007.079/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 september 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Walmaro beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
NN c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor NN c.s. mede door mr. M.M. Stolp, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Walmaro heeft bij brief van 29 april 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Walmaro in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van NN c.s. begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.