ECLI:NL:HR:2011:BO7494

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03318
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder het verzoek van [verzoeker] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waarbij het hof op 16 juli 2010 het beroep van [verzoeker] tegen de afwijzing van de rechtbank heeft behandeld. De advocaat-generaal L. Timmerman heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [verzoeker] dan ook verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven.

Uitspraak

21 januari 2011
Eerste Kamer
10/03318
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 09/626 F van de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2010;
b. het arrest in de zaak 200.068.000/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 16 juli 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft op 19 november 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 januari 2011.