ECLI:NL:HR:2010:BO0195

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/05042
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partneralimentatie geschil tussen voormalig echtelieden en gedragingen van de alimentatiegerechtigde

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over de partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de alimentatieverplichting werd bevestigd. De vrouw, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, die beide betrekking hebben op de alimentatiekwestie. De man stelt dat de vrouw zich jegens hem grievend heeft gedragen, waardoor hij van mening is dat hij geen bijdrage in haar levensonderhoud meer hoeft te leveren. De Advocaat-Generaal M.H. Wissink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de man beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de man, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 3 december 2010.

Uitspraak

3 december 2010
Eerste Kamer
09/05042
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
[De vrouw],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.J. Kremer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 299750 van de rechtbank 's-Gravenhage van 15 juli 2008;
b. de beschikking in de zaak 200.017.113/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 september 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 december 2010.