ECLI:NL:HR:2010:BM9144
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en vergoedingen voor werkruimte
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd aan X B.V. over het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005. De naheffingsaanslag en de boete waren door de Inspecteur gehandhaafd, maar de Rechtbank te Haarlem had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard voor wat betreft de boete, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, en de naheffingsaanslag gehandhaafd. De Inspecteur ging in hoger beroep, waarop belanghebbende incidenteel hoger beroep instelde. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank, verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur, verminderde de naheffingsaanslag en vernietigde de boetebeschikking.
De Hoge Raad oordeelt dat de vergoedingen die belanghebbende aan de directeur en zijn echtgenote betaalde voor het gebruik van werkruimten in hun woning, voldoen aan de eisen van artikel 47 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. De Hoge Raad bevestigt dat de vergoedingen per kostencategorie naar aard en veronderstelde omvang van de kosten gespecificeerd zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en er worden geen proceskosten aan de Staat opgelegd. Dit arrest is gewezen op 25 juni 2010 en is openbaar uitgesproken.