2.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaard dat:
"1. zij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 november 1993 tot en met 31 augustus 2003 (onder meer) op of omstreeks:
a. 5 april 1994 en
b. 18 mei 1995 en
c. 15 juni 1998 en
d. 20 maart 2000 en
e. 1 februari 2003
te Spaarndam, gemeente Haarlem of gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, meermalen, telkens een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - te weten (telkens) een formulier van de afdeling Bewonerszaken van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude te Halfweg, waarop opgave moest worden gedaan (onder meer) van het bezit van onroerend goed en het al dan niet samenwonen en het al dan niet voeren van een gezamenlijke huishouding en door haar, verdachtes, partner, ontvangen inkomen en/of inkomsten uit werkzaamheden - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte telkens valselijk vermeld dat zij, verdachte, geen onroerende zaak bezat en/of dat zij, verdachte, niet samenwoonde en/of geen gezamenlijke huishouding voerde en/of dat haar, verdachtes, partner geen inkomen en/of inkomsten uit arbeid had ontvangen, zulks terwijl zij, verdachte, in werkelijkheid in genoemde periode een onroerende zaak bezat (te weten het woonhuis gelegen aan [a-straat 1] te [plaats]) en/of samenwoonde en/of een gezamelijke huishouding voerde met [betrokkene 1] en/of dat haar, verdachtes, partner inkomsten had ontvangen (te weten van de Sociale Verzekeringsbank en/of [A] BV en/of [B] bv en/of Stichting [C]) en dat formulier ondertekend, telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2. zij op tijdstippen in de periode 1 november 1999 tot en met 30 juni 2000 te Spaarndam, gemeente Haarlem of gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, telkens gegevens heeft verzwegen voor de afdeling Bewonerszaken van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, immers heeft verdachte niet uit eigen beweging mededeling gedaan dat zij, verdachte, onroerend goed bezat (te weten het woonhuis aan [a-straat 1] te [plaats]) en/of dat zij, verdachte, samenwoonde en/of een gezamenlijke huishouding voerde met [betrokkene 1] en/of dat haar, verdachtes, partner, inkomen en/of inkomsten uit werkzaamheden had (te weten van de Sociale Verzekeringsbank en/of [A] BV en/of [B] bv), telkens met het oogmerk om voor zichzelf bijstand ingevolge de Algemene bijstandswet te behouden;
3. zij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2000 tot en met 31 augustus 2003 te Spaarndam, gemeente Haarlem of gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, in strijd met een haar bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 65 van de Algemene bijstandswet, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist, dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking, te weten een bijstandsuitkering, immers heeft zij, verdachte, niet onverwijld uit eigen beweging mededeling gedaan aan de burgemeester en wethouders van Spaarndam, gemeente Haarlem en/of gemeente Haarlemmerliede en/of Spaarnwoude dat zij, verdachte, onroerend goed bezat (te weten het woonhuis aan [a-straat 1] te [plaats]) en dat zij, verdachte, samenwoonde en een gezamenlijke huishouding voerde met [betrokkene 1] en dat haar, verdachtes, partner, inkomen en/of inkomsten uit werkzaamheden had (te weten van de Sociale Verzekeringsbank en [A] BV en [B] bv en Stichting [C]);
4. zij op of omstreeks 20 september 1994 en op of omstreeks 11 mei 1995 en op of omstreeks 8 mei 1996 en op of omstreeks 27 september 1999 (het hof begrijpt: 1997) en op of omstreeks 2 juni 1998 en op of omstreeks 19 oktober 1999 te Spaarndam, gemeente Haarlem of gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, telkens een Aanvraagformulier individuele huursubsidie respectievelijk een Continueringsformulier individuele huursubsidie respectievelijk een Vervolgaanvraag huursubsidie, - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte telkens valselijk vermeld en/of doen vermelden dat zij, verdachte, geen partner had met wie zij, verdachte, samenwoonde en 'nee' aangekruist bij de vraag of haar, verdachtes, huishouden is gewijzigd, zulks terwijl zij, verdachte, samenwoonde met [betrokkene 1], zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
5. zij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2000 tot en met 31 oktober 2003 te Spaarndam, gemeente Haarlem of gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, in strijd met een haar bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 33 van de Huursubsidiewet, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist, dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een tegemoetkoming, te weten huursubsidie, dan wel voor de hoogte van die tegemoetkoming, immers heeft zij, verdachte, niet uit eigen beweging de uitkerende instantie (te weten het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) op de hoogte gebracht van samenwoning met [betrokkene 1]."