ECLI:NL:HR:2010:BM5704
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verjaring en stuitingshandeling in verbintenissenrecht met betrekking tot aangetekende brief
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil over de verjaring en stuitingshandeling in het verbintenissenrecht. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. van der Hansz, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Breda. De kern van de zaak draait om de vraag of een in een aangetekende brief opgenomen verklaring, die niet door de geadresseerde is opgehaald, toch werking heeft op basis van artikel 3:37 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad oordeelt dat het voor rekening van de geadresseerde komt dat deze de tevergeefs aangeboden brief niet heeft opgehaald. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de eiseres en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 477,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 9 juli 2010, waarbij de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk de zaak hebben behandeld, en de uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann.