ECLI:NL:HR:2010:BM5704

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00184
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring en stuitingshandeling in verbintenissenrecht met betrekking tot aangetekende brief

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil over de verjaring en stuitingshandeling in het verbintenissenrecht. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. van der Hansz, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Breda. De kern van de zaak draait om de vraag of een in een aangetekende brief opgenomen verklaring, die niet door de geadresseerde is opgehaald, toch werking heeft op basis van artikel 3:37 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad oordeelt dat het voor rekening van de geadresseerde komt dat deze de tevergeefs aangeboden brief niet heeft opgehaald. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de eiseres en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 477,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 9 juli 2010, waarbij de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk de zaak hebben behandeld, en de uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

9 juli 2010
Eerste Kamer
09/00184
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.A. van der Hansz,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 150436/HA ZA 05-1465 van de rechtbank Breda van 16 november 2005, 31 mei 2006 en 22 november 2006;
b. het arrest in de zaak HD 103.004.976 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 september 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 477,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 juli 2010.