ECLI:NL:HR:2010:BM1243
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Woz waardering en het recht op gehoord worden in de bezwaarfase
In deze zaak gaat het om de waardering van onroerende zaken op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, een inwoner van Z, heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Lansingerland, die de waarde van zijn woning aan de a-straat 1 voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 had vastgesteld. De belanghebbende was van mening dat hij niet tijdig was gehoord in de bezwaarfase, wat leidde tot een beroep bij de Rechtbank te Rotterdam. De Rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, wat leidde tot een cassatieberoep bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de heffingsambtenaar de belanghebbende niet had gehoord, ondanks zijn verzoek daartoe. Dit vormverzuim was van belang, omdat het Hof had geoordeeld dat de belanghebbende niet benadeeld was door het ontbreken van een hoorzitting. De Hoge Raad was van mening dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de belanghebbende niet benadeeld was, vooral omdat er een verschil van mening bestond over de waarde van de woning. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof en de Rechtbank, en droeg de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaarschrift van de belanghebbende.
Daarnaast werd de gemeente Lansingerland veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende. Dit arrest benadrukt het belang van het recht om gehoord te worden in de bezwaarfase en de noodzaak voor een zorgvuldige motivering door de rechterlijke instanties.