ECLI:NL:HR:2010:BL9550

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04479
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bezwaren van pachter tegen geldelijke regelingen en schatting waarde houtopstanden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser], wonende te [woonplaats], tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling 'Den Ham-Lemele'. De zaak betreft bezwaren van de pachter tegen een lijst van geldelijke regelingen die betrekking heeft op zijn echtgenote/verpachter. De Hoge Raad verwijst naar het vonnis van de rechtbank Almelo van 3 september 2008, waartegen [eiser] beroep in cassatie heeft ingesteld. De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij mr. R.T. Wiegerink ook de Landinrichtingscommissie vertegenwoordigde.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was gericht op de niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, die ook als voorzitter fungeerde.

Uitspraak

7 mei 2010
Eerste Kamer
08/04479
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
de procesbevoegdheid bezittende LANDINRICHTINGSCOMMISSIE VOOR DE RUILVERKAVELING "DEN HAM-LEMELE",
zetelende te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Landinrichtingscommissie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het vonnis in de zaak 90579/HA ZA 2008/19 van de rechtbank Almelo van 3 september 2008.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Landinrichtingscommissie mede door mr. R.T. Wiegerink, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 9 april 2010 op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Landinrichtingscommissie begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 7 mei 2010.