ECLI:NL:HR:2010:BL9550
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bezwaren van pachter tegen geldelijke regelingen en schatting waarde houtopstanden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser], wonende te [woonplaats], tegen de Landinrichtingscommissie voor de Ruilverkaveling 'Den Ham-Lemele'. De zaak betreft bezwaren van de pachter tegen een lijst van geldelijke regelingen die betrekking heeft op zijn echtgenote/verpachter. De Hoge Raad verwijst naar het vonnis van de rechtbank Almelo van 3 september 2008, waartegen [eiser] beroep in cassatie heeft ingesteld. De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij mr. R.T. Wiegerink ook de Landinrichtingscommissie vertegenwoordigde.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was gericht op de niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, die ook als voorzitter fungeerde.