ECLI:NL:HR:2010:BL6446
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake landbouwvrijstelling en inkomstenbelasting bij verkoop landbouwgrond
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De belanghebbende, die tot 31 mei 2000 een agrarische onderneming exploiteerde, had een perceel landbouwgrond verkocht aan projectontwikkelaar B B.V. De koopprijs bedroeg ƒ 950.000, waarvan ƒ 200.000 bij de levering moest worden betaald en het restant in 20 kwartaaltermijnen. Na overleg met de belastingdienst over de fiscale gevolgen van de verkoop, bleek dat een rentebestanddeel in de termijnen aanwezig was, wat leidde tot een extra betaling van ƒ 40.000 door B aan belanghebbende als vergoeding voor 'belastingschade'.
De Rechtbank te Arnhem had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd, maar het Hof vernietigde deze uitspraak en handhaafde de aanslag. Belanghebbende ging in cassatie, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de betaling van ƒ 40.000 wel degelijk onderdeel uitmaakte van de tegenprestatie voor de verkoop van de grond en dat deze betaling onder de landbouwvrijstelling valt. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Rechtbank, en verminderde de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 285.727. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie.
Dit arrest benadrukt de voorwaarden waaronder betalingen in het kader van de landbouwvrijstelling kunnen worden aangemerkt als winst en hoe deze moeten worden beoordeeld in relatie tot de waarde van de verkochte landbouwgrond. De Hoge Raad concludeert dat de waarde in het economische verkeer van de grond gelijk is aan de tegenprestatie van de koper, tenzij bijzondere omstandigheden worden aangetoond door de inspecteur.