ECLI:NL:HR:2010:BL5628
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over motivering van de bewezenverklaring in een strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een strafzaak waarin de verdachte, geboren in 1989, betrokken was bij een confrontatie op 18 maart 2007 te Tilburg, waarbij het slachtoffer een gebroken neus opliep. De verdachte betwistte opzet bij de verwonding, maar het Hof oordeelde anders. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit een eerder arrest en oordeelde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de bewezenverklaring tot stand was gekomen. Het Hof had enkel volstaan met verwijzingen naar processen-verbaal zonder een zakelijke samenvatting van de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen te geven. Dit leidde tot de conclusie dat de motivering van de bewezenverklaring ontoereikend was. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Advocaat-Generaal had eerder geconcludeerd tot vernietiging van het arrest en terugwijzing, wat door de Hoge Raad werd gevolgd. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de bewezenverklaring in strafzaken, waarbij de rechter niet alleen gevolgtrekkingen mag maken, maar ook de redengevende feiten en omstandigheden moet vermelden.