ECLI:NL:HR:2011:BO5354
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van bewezenverklaring en terugwijzing in cassatie betreffende vals geld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1960 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Limburg-Zuid', was in cassatie gegaan tegen een eerdere uitspraak van het Hof, waarin hij was veroordeeld voor het opzettelijk uitgeven van valse bankbiljetten. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet had voldaan aan de eisen van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat de bewezenverklaring moet steunen op de inhoud van in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen. Het Hof had in dit geval niet vastgesteld dat de verdachte het feit in Roermond had gepleegd, waardoor de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet was gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, en concludeerde dat de motivering van de bewezenverklaring niet voldeed aan de wettelijke vereisten, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak van het Hof.