ECLI:NL:HR:2010:BL3290

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04421
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over eiswijziging en aansprakelijkheid van bestuurders in faillissement

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil tussen een eiser, wonende in Portugal, en de curator van een failliete B.V. De eiser had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De advocaat van de eiser heeft de zaak toegelicht, terwijl de curator niet is verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen, waarbij de eiser in de kosten van het geding in cassatie is veroordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

9 april 2010
Eerste Kamer
08/04421
EE/TT
Hoge Raad der NederlandenArrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats], Portugal,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
mr. Johannes JONK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V.,
wonende te Leiden,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de curator.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 196032/HA ZA 05-1197 van de rechtbank Utrecht van 3 januari 2007,
b. het arrest in de zaak 104.003.795 van het gerechtshof te Amsterdam van 22 april 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de curator is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 19 februari 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 april 2010.