Uitspraak
Recon Aannemingsbedrijf B.V.,
2 Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
andersis samengesteld dan uit de winst over de voorgaande jaren.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht, waarin de appellant, [appellant], werd aangesproken op zijn bestuurdersaansprakelijkheid in het faillissement van Recon Aannemingsbedrijf B.V. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] zijn taak als bestuurder onbehoorlijk had vervuld, wat een belangrijke oorzaak was van het faillissement. De curator, mr. Johannes Jonk, vorderde een verklaring voor recht dat [appellant] zijn taak als bestuurder in de drie jaren voorafgaand aan het faillissement onbehoorlijk had vervuld, en eiste betaling van het faillissementstekort. In hoger beroep heeft [appellant] drie grieven aangevoerd, waaronder de stelling dat hij niet als bestuurder van Recon Aannemingsbedrijf B.V. kan worden aangemerkt, maar als middellijk bestuurder via zijn holding. Het hof heeft vastgesteld dat de curator voldoende bewijs heeft geleverd van onbehoorlijk bestuur, onder andere door de dividenduitkering van € 314.414,-- en de privé-betaling van € 90.000,-- aan [appellant]. Het hof heeft geoordeeld dat de onbehoorlijke taakvervulling van [appellant] een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het betrekking had op de onbehoorlijke taakvervulling, maar heeft de overige veroordelingen bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.