ECLI:NL:HR:2010:BL0124
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de zestiende standaardvoorwaarde bij bedrijfsfusie binnen fiscale eenheid en de rol van de Fusierichtlijn
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X Beheer B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1999. De belanghebbende, X Beheer B.V., had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag die door de Inspecteur was opgelegd na de verkoop van aandelen in B B.V. De Inspecteur stelde dat deze verkoop een overtreding vormde van de zestiende standaardvoorwaarde, wat leidde tot herwaarderingswinst en de navorderingsaanslag. De Rechtbank te Breda verklaarde het beroep ongegrond, en het Hof bevestigde deze uitspraak.
In cassatie werd door de Advocaat-Generaal P.J. Wattel geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad benadrukte dat de toepassing van de zestiende standaardvoorwaarde niet in strijd was met de Fusierichtlijn, omdat deze richtlijn enkel van toepassing is op fusies tussen vennootschappen van verschillende lidstaten. De Hoge Raad concludeerde dat de nationale regels, die in dit geval van toepassing waren, niet in strijd waren met de richtlijn, en dat de gevolgen van de bedrijfsfusie en de aandelenverkoop werden beheerst door de bepalingen van de Wet op de vennootschapsbelasting.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond, en er werden geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 8 oktober 2010 en is openbaar uitgesproken.