ECLI:NL:HR:2009:BJ1971
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de verschuldigde BPM voor in het buitenland gekochte gebruikte personenauto's
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, een fiscale eenheid bestaande uit X1 B.V. en X2 B.V., had over de tijdvakken van april 2003 tot en met oktober 2003 BPM voldaan voor in Duitsland gekochte gebruikte personenauto's. Na afwijzing van hun bezwaar door de Inspecteur, heeft het Gerechtshof te Leeuwarden de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en gedeeltelijk teruggaaf verleend. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de berekening van de verschuldigde BPM voor de in het buitenland gekochte auto's moet worden gebaseerd op de inkoopprijs van vergelijkbare reeds in Nederland geregistreerde gebruikte auto's, in plaats van de verkoopwaarde. Dit oordeel is gegrond op artikel 90 EG, dat bepaalt dat een ingevoerde gebruikte auto niet onderworpen mag zijn aan een hogere belasting dan een gelijksoortige auto die al in Nederland geregistreerd is. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent griffierecht en proceskosten, en gelast dat aan de belanghebbende een bedrag van € 13.177 aan BPM wordt terugbetaald. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een eerlijke belastingheffing voor ingevoerde voertuigen en bevestigt dat de BPM-berekening moet aansluiten bij de inkoopprijs, om te voorkomen dat er een ongerechtvaardigd belastingvoordeel ontstaat voor reeds geregistreerde voertuigen. Dit arrest heeft implicaties voor de wijze waarop BPM wordt berekend voor voertuigen die vanuit het buitenland worden geïmporteerd, en biedt duidelijkheid over de toepassing van de relevante wetgeving.